Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nautilus U627 Montagehandleiding pagina 23

Inhoudsopgave

Advertenties

Als alle waarden zijn ingesteld en de gebruiker klaar is om te trainen, start de training door te trappen.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u flauw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven is slechts een
benadering en mag alleen ter informatie worden gebruikt.
Opmerking: Het HRC-programma vereist het gebruik van een telemetrische hartslagmeter. Tijdens de training wordt
het weerstandsniveau aangepast op basis van de streefwaarde van de hartritmecontrole en kan het niet handmatig
worden aangepast.
Gebruiker
Met het gebruikersprogramma kan de gebruiker het trainingsprofiel op maat ontwerpen, waarbij de weerstandssegmenten
van elke kolom worden aangepast.
Druk op de knop PROGRAMMA'S en draai de MODE-draaiknop tot het gebruikersprogramma wordt weergegeven.
Druk op de MODE-draaiknop om het gebruikersprogramma te selecteren.
Op de console wordt het standaard gebruikersprofiel weergegeven. Het huidige actieve segment zal knipperen, om aan
te tonen dat het kan worden bewerkt. Draai de MODE-draaiknop om de weerstandssegmenten te verhogen of te verlagen
en druk er dan op om het ingestelde segment te bevestigen. Het huidige actieve segment zal naar het volgende verschui-
ven totdat alle segmenten zijn ingesteld.
Gebruik de MODE-draaiknop om de extra (knipperende) trainingswaarden aan te passen en druk er dan op om ze te
bevestigen. Als alle waarden zijn ingesteld en de gebruiker klaar is om te trainen, start de training door te trappen.
Alle wijzigingen aan de trainingssegmenten worden opgeslagen, zodat dezelfde training kan worden herhaald door de
gebruikerstraining voor elk gebruikersprofiel te kiezen (zelfs voor gebruikersprofiel U0).
Interval
Met het intervallenprogramma kan de gebruiker kiezen uit drie niveaus van intervallen (L1-L3) en de totale tijd voor de
training. Elk trainingsinterval omvat afwisselende hoge intensiteit onderdelen (piek) en onderdelen van lagere (dal) inten-
siteit, die beide gedurende de training worden herhaald. Het L1-niveau heeft het minste verschil tussen de intervalseg-
menten (piek en dal).
Druk op de knop PROGRAMMA'S en draai de MODE-draaiknop totdat het intervalprogramma wordt weergegeven.
Druk op de MODE-draaiknop om het intervalprogramma te selecteren.
De console geeft het huidige niveau van de intervallen weer (L1, L2 of L3). Draai de MODE-draaiknop naar het gewenste
intervalniveau en druk er dan op om de selectie te bevestigen.
Op de console verschijnt de 'tijd'-waarde van de training. Draai de MODE-draaiknop naar de gewenste totale tijd voor de
training en druk er dan op om de waarde te bevestigen. Gebruik de MODE-draaiknop om de extra trainingswaarden aan
te passen en druk er dan op om deze te bevestigen. Als alle waarden zijn ingesteld en de gebruiker klaar is om te trainen,
start de training door te trappen.
Opmerking: Tijdens de training kan het weerstandsniveau niet worden aangepast.
Klimmen
Met het klimprogramma kan de gebruiker het intensiteitsniveau van een klim (L1-L3) en de totale duur van de training
selecteren. De weerstand neemt gedurende de gehele training toe. Het L1-klimniveau heeft de laagste weerstand.
Druk op de knop PROGRAMMA'S en draai de MODE-draaiknop tot het klimprogramma wordt weergegeven.
Druk op de MODE-draaiknop om het klimprogramma te selecteren.
De console geeft het huidige intensiteitsniveau van de klim weer (L1, L2 of L3). Draai de MODE-draaiknop naar de ge-
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Nautilus U627

Inhoudsopgave