Uw huidige locatie
, het te volgen spoor
bestemming
worden op de kaart weergegeven.
Navigeren naar het vertrekpunt van een
opgeslagen activiteit
U kunt in een rechte lijn of langs de door u afgelegde route terug
navigeren naar het vertrekpunt van uw activiteit. Deze functie is
alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
1
Druk op de watch face op GPS.
2
Selecteer een activiteit.
3
Houd MENU ingedrukt.
4
Selecteer Navigatie > Activiteiten.
5
Selecteer een activiteit.
6
Selecteer Terug naar start en selecteer een optie:
• Selecteer TracBack om langs de afgelegde route naar het
startpunt van uw activiteit te navigeren.
• Selecteer Rechte lijn om in een rechte lijn naar het
startpunt van uw activiteit te navigeren.
Op de kaart wordt een lijn weergegeven vanaf uw huidige
locatie naar het vertrekpunt van de laatst opgeslagen
activiteit.
OPMERKING: U kunt de timer starten om te voorkomen dat
het toestel terugkeert naar horlogemodus.
7
Druk op DOWN om het kompas weer te geven (optioneel).
De pijl wijst naar het startpunt.
Stoppen met navigeren
1
Houd tijdens de activiteit MENU ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie stoppen.
De oppervlakte van een gebied berekenen
Voordat u de oppervlakte van een gebied kunt berekenen, moet
u eerst satellietsignalen ontvangen.
1
Druk op GPS op de watch face.
2
Selecteer Oppervlakteberekening.
3
Loop rond het gebied.
TIP: U kunt MENU ingedrukt houden en Pan/Zoom
selecteren om de kaart aan te passen
op de kaart, pagina
12).
4
Druk op GPS om het gebied te berekenen.
5
Selecteer een optie:
• Als u wilt afsluiten zonder op te slaan, selecteert u OK.
• Selecteer Wijzig eenheden om de oppervlakte-eenheden
om te rekenen naar een andere maateenheid.
• Selecteer Sla activiteit op om op te slaan.
Kaart
geeft uw positie op de kaart aan. Namen en symbolen van
locaties worden weergegeven op de kaart. Als u naar een
bestemming navigeert, wordt de route met een lijn op de kaart
gemarkeerd.
• Kaartnavigatie
(Schuiven en zoomen op de kaart,
pagina
12)
12
en uw
(Schuiven en zoomen
• Kaartinstellingen
(Kaartinstellingen, pagina
Schuiven en zoomen op de kaart
1
Selecteer tijdens het navigeren UP of DOWN om de kaart te
bekijken.
2
Houd MENU ingedrukt.
3
Selecteer Pan/Zoom.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer GPS om te schakelen tussen naar boven en
naar beneden schuiven, naar links en naar rechts
schuiven, of zoomen.
• Selecteer UP en DOWN om op de kaart te schuiven of te
zoomen.
• Selecteer BACK om af te sluiten.
Kompas
Het toestel is voorzien van een kompas met drie assen en
automatische kalibratie. De kompasfuncties en -weergave
veranderen op basis van uw activiteit, of GPS is ingeschakeld
en of u naar een bestemming navigeert. U kunt de
kompasinstellingen handmatig wijzigen
pagina
22). Als u de kompasinstellingen snel wilt openen,
selecteert u GPS in de kompaswidget.
Hoogtemeter en barometer
Het toestel is uitgerust met een ingebouwde hoogtemeter en
barometer. Het toestel verzamelt voortdurend hoogte- en
luchtdrukgegevens, ook in de lage-energiemodus. Op de
hoogtemeter wordt uw geschatte hoogte weergegeven op basis
van luchtdrukverschillen. Op de barometer worden gegevens
over omgevingsluchtdruk weergegeven op basis van de vaste
hoogte waarop de hoogtemeter voor het laatst is gekalibreerd
(Hoogtemeterinstellingen, pagina
in de hoogtemeter- of barometer-widget om de hoogtemeter- of
barometerinstellingen snel te openen.
Geschiedenis
Tot de geschiedenisgegevens behoren tijd, afstand, calorieën,
gemiddeld tempo of gemiddelde snelheid, rondegegevens en
optionele sensorgegevens.
OPMERKING: Als het geheugen van toestel vol is, worden de
oudste gegevens overschreven.
Werken met de geschiedenis
De geschiedenis bevat voorgaande activiteiten die u op het
toestel hebt opgeslagen.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis > Activiteiten.
3
Selecteer een activiteit.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Details om extra informatie over de activiteit
weer te geven.
• Selecteer Ronden om een ronde te selecteren en extra
informatie weer te geven over elke ronde.
• Selecteer Intervallen om een interval te selecteren en
extra informatie weer te geven over elk interval.
• Selecteer Sets om een oefeningenset te selecteren en
extra informatie weer te geven over elke set.
• Selecteer Kaart om de activiteit op de kaart weer te
geven.
• Selecteer Tijd in zone
weergeven, pagina
13) om uw tijd in elke hartslagzone
weer te geven.
23)
(Kompasinstellingen,
22). U kunt op GPS drukken
(Tijd in elke hartslagzone
Geschiedenis