9.
Aansluitingen van de GSM-module
1 Aansluiting voor de bedrijfsspanning
2 Analoge ingang „ADC"
3 Ingang voor temperatuurvoeler „T1" en
„T2"
4 Digitale ingang „INV"
5 Digitale ingang „DEL"
6 Twee digitale ingangen „LOG"
7 Twee digitale ingangen „IN1" en „IN2"
8 Uitgang „Incall"
9 Uitgang „SMS1" tot „SMS4"
10 Uitgang „TMP1" tot „TMP4"
11 Uitgang „ALA"
12 Uitgang „FLS"
13 Uitgang „INV"
14 Uitgang „DEL"
15 Uitgang „LOG"
16 USB-aansluiting
17 LED-indicatie voor GSM-functie
18 Aansluiting voor GSM-antenne
Beschrijving van de aansluitingen:
1 Aansluiting voor de voedingsspanning van 5 tot 30 V/DC. Op de linker schroefklem wordt
de rechter klem plus/+ aangesloten. Sluit nooit een hogere spanning aan en let beslist op de polariteit!
2 Aansluiting voor de analoge ingang voor het meten van een spanning van 0 tot 14 V/DC. Op de
middelste schroefklem wordt het ingangssignaal en op de rechter klem min/- aangesloten. Op
linker klem staat 4 V/DC ter beschikking.
3 Aansluiting voor beide temperatuursensoren (Conrad bestnr. 198896): op de linker schroefklem
wordt plus/+ (wit), op de middelste wordt het signaal (rood) en op de rechter schroefklem wordt
telkens Min/- (zwart) aangesloten
Ingangen
Op de linker schroefklem wordt telkens Min/- en op de rechter klem wordt telkens Plus/+
aangesloten.
Let op de maximale ingangsspanning van 12 V/DC op de opto-ingangen (vanaf ca. 2,5 V/DC wordt het
digitale ingangssignaal als „High" herkent).
4 Aansluiting voor de digitale Inverter-ingang („INV")
5 Aansluiting voor de digitale vertragingsingang („DEL")
6 Aansluiting voor de beide digitale Logik-ingangen („LOG")
7 Aansluiting voor de beide digitale Opto-coupler-ingangen („IN1"/„IN2")
.
min/- en op
de
8