Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Conrad GX110 Gebruiksaanwijzing pagina 23

Inhoudsopgave

Advertenties

Voorbeeld:
Wanneer u de MIN-waarde op 10°C, de STREEF-waarde op 20°C en de MAX-waarde op 25 °C instelt, dan
wordt bij overschrijding van de MAX-waarde (26°C) de uitgang TMP1 ingeschakeld en bij het bereiken van
de STREEF-waarde (20°C) weer uitgeschakeld. Bij daling onder de MIN-waarde (9°C) wordt de uitgang
TMP2 ingeschakeld en pas bij het bereiken van de STREEF-waarde (20 °C) weer uitgeschakeld.
Verschilmeting:
In dit geval wordt alleen het temperatuurverschil gecontroleerd (bijvoorbeeld toevoerleiding en retourleiding
van een verwarming); d.w.z. er is geen STREEF-temperatuur. Zodra het verschil (T2-T1) de MAX-waarde
overschrijdt, schakelt de uitgang TMP1; wanneer het verschil (T2-T1) de MIN-waarde onderschrijdt, schakelt
de uitgang TMP2. Zodra het temperatuurverschil weer binnen MIN en MAX ligt, worden TMP1 en TMP2
uitgeschakeld. TMP3 en TMP4 worden hierbij niet geschakeld.
Voorbeeld:
Invoer „Min = 20 °C" betekent dat bij een verschil minder/gelijk aan 20 °C tussen meetvoeler „T2" naar „T1"
de uitgang „TMP2" geactiveerd wordt.
Invoer „Max = 50 °C" betekent dat bij een verschil hoger/gelijk aan 50 °C tussen meetvoeler „T2" naar „T1"
de uitgang „TMP1"" geactiveerd wordt.
Als aan de meetvoeler T2 een temperatuur van +65 °C wordt gemeten en aan de meetvoeler T1 +15 °C, dan
schakelt uitgang „TMP1" in.
Als aan de meetvoeler T2 een temperatuur van +65 °C wordt gemeten en aan de meetvoeler T1 +45 °C, dan
schakelt uitgang „TMP2" in.
Tussen de beide hoekwaarden +15 tot +45 °C blijven de uitgangen „TMP1" en „TMP2" werkeloos.
Bij deze verschilmeting worden de uitgangen „TMP3" en „TMP4" niet geschakeld.
Deze temperatuurregeling kan daarnaast een melding terugsturen: bij het overschrijden van de MAX-
temperatuur of bij het onderschrijden van de MIN-temperatuur kan de GSM-module een automatisch
gegenereerde SMS of e-mail terugsturen met de meldtekst ALARM TEMP.
Belangrijk!
Principieel worden door de GSM-module alleen veranderingen gemeld, die ten minste 1 seconde
duren resp. boven of onder de grenswaarde komen.
Als u een nieuwe configuratie naar de GSM-module heeft gestuurd zal deze automatisch opnieuw opstarten.
De GSM-module is daarna pas na 1 minuut na het opstarten klaar om veranderingen van de sensoren of
bevelen uit te voeren. Deze wachttijd dient beslist in acht worden genomen! U heeft dus na het opnieuw
opstarten ongeveer 1 minuut de tijd om een spanning aan te leggen zonder dat een SMS en/of email
verstuurd zal worden.
Ter controle van de temperatuuruitgangen handelt u als volgt:
Verbindt uitgang „T1" met een gelijkspanning tussen 1 en 2 V
(bijv. een 1,5 V droge batterij).
.
Sluit beslist geen hogere spanning dan 2 V aan!
Let beslist op de juiste polariteit. Op de rechter klem
„-" sluit u de min-pool aan en op de klem in het midden „T1" de plus-pool van de batterij.
In het statusvenster van de besturingssoftware moet een temperatuur hoger dan 50 °C weergegeven
worden en het bericht „SMS verstuurd" verschijnen. De meldtekst „Alarm Temp1 = xxC" moet als SMS op de
mobiele telefoon binnenkomen.
Selecteer in de besturingssoftware onder „4 temperatuuruitgangen" voor de configuratie de overeenkomstige
kenmerken.
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

19 92 85

Inhoudsopgave