16. Installatie en configuratie van de ingangen
a) 2 optocoupler-ingangen (IN1 – IN2)
De ingangen "IN1" en "IN2" kunnen bij een signaalverandering op de ingang een SMS en/of e-mail
versturen. De tekst in de SMS kan vastgelegd worden in de configuratiesoftware.
Zonder externe spanning op de ingangen IN1 en IN2, die bijv. door een rookmelder wordt geleverd, zijn de
ingangen in schakeltoestand "LOW". Als er een externe spanning tussen 3-12 V/DC is aangesloten, worden
de ingangen op "HIGH" gezet.
De op de ingangen „IN1" en „IN2" aangesloten apparaten (bijv. een rookmelder) moet in het geval van een
melding een „signaalspanning" van 3 - 12 V/DC kunnen leveren., anders moeten de apparaten met een
„hulpspanning" worden geschakeld.
Er kan geen uitgang worden geschakeld behalve de alarmuitgang. De verandering van het ingangssignaal
moet tenminste 250 milliseconden aanhouden totdat deze herkent wordt.
Omdat de GSM-module na het opnieuw starten pas na ongeveer 1 minuut alle veranderingen op de
ingangen gecontroleerd heeft, moet u de controle van de schakeling-functie met deze tijd vertragen. Wordt
op de ingangen bijv. voor het testen een bewegingsmelder aangesloten, raden wij aan om
pas na 1 minuut te verbinden.
Voor de configuratie handelt u als volgt:
•
Zet in de besturingssoftware onder „2-optocoupler-ingangen" onder
„Ingang 1" bij „bezet" een vinkje zodat de ingang geactiveerd wordt.
•
Geef onder „Meldtekst" een benaming voor de ingang 1 in (bijv.
brandalarm).
•
Activeer "Melding wanneer ingang High".
•
Selecteer (zoals in de vorige hoofdstukken reeds uitgelegd) het
telefoonnummer van uw mobiele telefoon.
•
De invoer moet u onder „Communicatie" naar de GSM-module
verzenden (klik op „verzenden").
•
Het bericht „Alle gegevens zijn verzonden" moet verschijnen.
•
Als u de wijziging permanent wilt behouden, slaat u deze ook in de
besturingssoftware op.
•
Klik in de software onder „Communicatie" op „Status".
•
De GSM-module moet zich nu inloggen in het netwerk en de toestand
van alle in- en uitgangen weergeven.
•
Na een wachttijd van tenminste één minuut, sluit u op de
„IN1" een gelijkspanning aan van 3 tot 12 V/DC (op de
linker klem de minpool en op de rechter klem de pluspool).
•
Zodra de spanning aangesloten is, moet in de
besturingssoftware de „IN1" als „HIGH" worden herkent.
•
Aansluitend moet de weergave „SMS verzonden" verschijnen en de SMS met de betreffende meldtekst
(Alarm IN1: brandalarm) komt binnen op uw mobiele telefoon.
Er wordt alleen één SMS verzonden. Pas als de ingang weer „LOW" was en daarna „HIGH", zal opnieuw
een SMS verstuurd worden.
Dit geldt ook analoog voor het omgekeerde geval, als "Melding wanneer ingang Low" is geselecteerd wordt..
Alleen foto's maken:
Standaard maakt iedere ingang bij een gebeurtenis alleen dan een foto, wanneer een e-mailadres is
geactiveerd. De foto wordt dan via e-mail direct meegestuurd en de GSM-module stuurt in de volgende 10
minuten wel geen verdere SMS of e-mail, maar maakt nog verdere foto's.
Dit is de enigste ingang, die een foto kan maken zonder dit aan een e-mailadres te versturen. Hiertoe wordt
gekozen voor „IN1/2 alleen foto's maken". Hiertoe heeft u uiteraard de uitbreidingsprintplaat met camera
nodig.
Dit is bedoeld voor het geval dat er foto's alleen op de SD-kaart worden geplaatst (bijv. omdat er 's nachts
vaak dieren door de PIR-detectie lopen en daardoor vele e-mails verstuurd zouden worden) of indien de
foto's sneller gemaakt moeten worden (omdat het verzenden van een foto via e-mail iets langer kan duren
en dan in deze tijd geen foto's gemaakt kunnen worden).
de apparaten
27