•
Schakel nu de voedingsspanning in.
•
Start op uw computer de besturingssoftware van de GSM-module.
Selecteer in de software onder „Communicatie" de COM-poort welke
in apparaatbeheer van uw besturingssysteem vastgelegd is.
.
•
Voer nu in de besturingssoftware onder „Algemene instellingen" de
„PINCODE" in. De PIN van de SIM-kaart moet viercijferig zijn en
de PIN-opvraag moet zijn geactiveerd. Dit wil zeggen dat wanneer
men de kaart in een gsm plaatst en de gsm inschakelt, moet
gevraagd worden naar de PIN.
•
Voor de module kan nog een benaming tot 16 tekens ingevoerd
worden. Bij ieder SMS wordt deze naam meegezonden.
- Klik nu op „Status" en controleer of er een verbinding
opgebouwd wordt. De GSM-module geeft het bericht
„pincode onjuist" ...wacht op gegevens („PINCODE
FALSCH ! WARTE AUF DATEN...").
14