8.
Functie-overzicht van de uitgangen
De GSM-module bezit 14 uitgangen, op welke telkens een rode LED voor de statusindicatie
aangesloten is. Elke uitgang is aan een speciale functie of een ingangssignaal toegewezen.
De GSM-module beschikt over de volgende uitgangen:
•
De uitgang "Incall" kan per oproep geschakeld worden. Hiertoe is op de GSM-module reeds
een relais vast met deze functie verbonden
•
Het relais beschikt over een potentiaalvrije contact (max. toegestane belastingswaarden zie
hoofdstuk „Technische gegevens") en wordt per oproep geactiveerd. De schakelduur kan in 12
trappen ingesteld worden. De uitgang wordt bijv. voor garagedeuropener, huisdeurverlichting,
ventilaties of derg. gebruikt.
•
De vier SMS-uitgangen worden via SMS-commando geactiveerd en kunnen afhankelijk van het
bevel apparaten in- of uitschakelen. Op de uitgang „SMS1" is reeds een relais aangesloten
(max. toegestane belastingswaarden zie hoofdstuk „Technische gegevens"). Op de overige
uitgangen kan direct een relais (bijv. Conrad bestnr. 502892) of een relaisprintplaat (Conrad
bestnr. 585498) aangesloten worden. De toepassing van de uitgangen is analoog tot de „Incall-
uitgang" individueel te gebruiken.
•
De vier temperatuuruitgangen schakelen volgens vooraf ingestelde temperatuurdrempels de
overeenkomstige uitgangen in of uit. Op deze uitgangen kunt u telkens een relais (Conrad
bestnr. 502892) of de relaisprintplaat (Conrad bestnr. 585498) aansluiten en daarmee
schakelprocedures uitvoeren zoals bijv. een ventilator voor de koeling of verwarming besturen.
•
De alarm-uitgang „ALA" wordt altijd dan geactiveerd, wanneer een SMS of email gestuurd is.
Deze kan dus van elke ingang geactiveerd worden. Op deze uitgang kan een relais (Conrad
bestnr. 502892) of de relaisprintplaat (Conrad bestnr. 585498) aangesloten worden en
daarmee bijv. een alarmsirene of flitslicht besturen.
•
De uitgang „FLS" wordt elke keer geactiveerd, wanneer een beeld wordt gemaakt. Op deze
uitgang kan een relais (Conrad bestnr. 502892) of de relaisprintplaat (Conrad bestnr. 585498)
aangesloten worden, wanneer geregistreerd zal worden dat er een beeld is gemaakt.
•
De uitgang „INV" wordt bij elke stijgende flank op de ingang omgekeerd. Op de uitgang kan
direct een relais (bijv. Conrad bestnr. 502892) of de relaisprintplaat (Conrad bestnr. 585498)
aangesloten worden. Gebruikt worden kan deze bijv. bij impulsschakelaars, waarbij meerdere
schakelaars een gemeenschappelijke verbruiker besturen, zoals bij meerdere lichtschakelaars
in een entree.
•
De uitgang „DEL" kan bij het schakelen van de ingang vertraagd in- of uitgeschakeld worden.
Op de uitgang kan direct een relais (bijv. Conrad bestnr. 502892) of een relaisprintplaat
(Conrad bestnr. 585498) aangesloten worden. Een inschakelvertraging kan gebruikt worden
voor het vertraagd activeren (scherp zetten) van een alarminstallatie. Een uitschakelvertraging
kan toegepast worden voor de ventilator-naloop of bij een trappenhuis-verlichting.
•
De uitgang „LOG" kan afhankelijk van de beide ingangen schakelen. Op de uitgang kan direct
een relais (bijv. Conrad bestnr. 502892) of de relaisprintplaat (Conrad bestnr. 585498)
aangesloten worden. De Logik-uitgang kan bijv. een inbraakmelder bewaken welke alleen via
een tijdschakelklok op scherp zal worden gezet.
7