Een antwoord terug per SMS krijgen alleen die telefoonnummers die het juiste bevel gestuurd
hebben en in de besturingssoftware onder „Phone" opgeslagen zijn.
Voorbeeld:
Test=1
Het relais voor de SMS-uitgang 1 wordt na ontvangst van de SMS ingeschakeld. De controle-LED gaat
branden.
Deze toestand blijft zo lang behouden totdat met een nieuwe SMS de SMS-uitgang 1 deactiveert wordt.
Stuur hiertoe een SMS met de volgende tekst:
Test=0
Het relais voor de SMS-uitgang 1 wordt na ontvangst van de SMS uitgeschakeld. De controle-LED gaat uit.
Als de functie voor de „SMS-uitgang 1" zonder problemen werkt, kunt u deze functie direct gebruiken. Sluit
voor de besturing van een functie op de relaiscontacten „ SMS-uitgang 1 " een apparaat aan. Let op de
maximaal toegestane spanningen en stromen conform de technische gegevens en het schema voor de
schakeling d.m.v. een relais aan het einde van deze gebruiksaanwijzing.
Op de uitgang „SMS1" is er al een relais aangesloten.
De SMS-uitgangen 2 tot 4 werken analoog tot de SMS-uitgang 1. Bij deze uitgangen zijn geen relais
aanwezig.
Naar wens kan bij een geactiveerde uitgang ook de stuurspanning (ca. 4 V, max. 100 mA) direct voor andere
elektronische schakelingen gebruikt worden. Ook kan op deze uitgangen direct een relais (Conrad bestnr.
502892) of een relaisprintplaat (Conrad bestnr. 585498) worden aangesloten.
c) Temperatuur-uitgangen „TMP1" tot „TMP4"
Op de beide temperatuuringangen T1 en T2 kunnen twee
temperatuurvoelers (Conrad bestelnr. 198896, niet meegeleverd) worden
aangesloten. Op de linker klem wordt plus/+ (wit), op het midden wordt het
signaal (rood) en op de rechter klem wordt steeds de min/- (zwart)
aangesloten. Het temperatuurbereik gaat van -40 °C tot +125°C.
Wanneer slechts een temperatuurvoeler wordt gebruikt, moet ingang T1
worden geselecteerd.
Wanneer geen voeler is aangesloten, dan moet de min-aansluiting
(midden) verbonden worden zodat 0°C gemeten en uitgegeven wordt.
De uitgangen TMP1 tot TMP4 zijn logisch verbonden met de
temperatuurregeling. Op deze uitgangen kan steeds direct een relais
(CONRAD bestelnr. 502892, niet meegeleverd) worden aangesloten.
Er zijn twee verschillende bedrijfsmodi: de bereikmeting en de
verschilmeting.
Bereikmeting:
Voor beide temperatuurvoelers kan steeds een MAX-, een MIN- en een STREEF-temperatuurwaarde
worden ingesteld. Daarbij is de streefwaarde de temperatuur naar welke geregeld moet worden. Als de
MAX-waarde wordt overschreden, wordt automatisch uitgang TMP1 (voor meetvoeler "T1") resp. TMP3
(voor meetvoeler "T2") geactiveerd (bijv. voor een ventilator), totdat de temperatuur weer onder de STREEF-
waarde ligt.
Als de MIN-waarde wordt onderschreden, wordt automatisch uitgang TMP2 (voor meetvoeler "T1") resp.
TMP4 (voor meetvoeler "T2") geactiveerd (bijv. voor een verwarming), totdat de temperatuur weer lager is
dan de STREEF-waarde.
Zo wordt een hysteresis tot stand gebracht die voorkomt dat de uitgangen continu afwisselend in- en
uitschakelen.
22