2. Sluit een USB-toetsenbord (niet meegeleverd) aan op de USB-poort aan de bovenkant
van de eenheid.
3. Voer de werkplaatsgegevens in de beschikbare gegevensvelden in.
4. Druk op Esc om het dialoogvenster te sluiten en koppel het toetsenbord los.
5. Selecteer Hulpprogramma's > Werkplaatsinfo om te controleren of de
identificatiegegevens op de juiste wijze worden weergegeven. Druk op N/X om het
dialoogvenster te sluiten.
Er verschijnt een bericht waarin u kunt aangeven of u de informatie als koptekst op de
afgedrukte pagina's wilt weergeven (Afbeelding 5-35).
Afbeelding 5-35
6. Druk op Y/a of N/X om de afdrukvoorkeur in te stellen.
5.7.10 Systeeminformatie
Als u de optie Systeeminformatie selecteert, wordt de configuratie-informatie weergegeven.
z
U kunt de configuratie-informatie van de eenheid als volgt bekijken:
1. Selecteer Hulpprogramma's > Systeeminformatie.
Het scherm Systeeminformatie wordt weergegeven (Afbeelding 5-36).
Afbeelding 5-34
Voorbeeld van het dialoogvenster Werkplaatsinfo.
Voorbeeld van bericht voor afdrukken van koptekst met werkplaatsgegevens
Hulpprogramma's
55