(vervolg)
Parameter
Verificatietype
Codering
Gebruikershandleiding
Beschrijving
Opmerking
Als u in de adhoc-modus geen gegevens kunt
verzenden of ontvangen tussen uw computer en de
HP All-in-One, controleert u of op uw computer en op de
HP All-in-One hetzelfde kanaalnummer wordt gebruikt. In de
infrastructuurmodus wordt het kanaal bepaald door het
toegangspunt.
De soort verificatie die wordt gebruikt.
●
Geen: er wordt geen verificatie gebruikt.
●
Open systeem (adhoc en infrastructuur): geen verificatie.
●
Gedeelde sleutel (alleen infrastructuur): WEP-sleutel vereist.
●
WPA-PSK (alleen infrastructuur): WPA met vooraf gedeelde
sleutel (Pre-Share Key).
●
Niet van toepassing: deze parameter is niet van toepassing
op dit type netwerk.
Bij de verificatie wordt nagegaan of de identiteit van een gebruiker
of apparaat klopt, voordat er toegang tot het netwerk wordt
verleend. Hierdoor wordt het moeilijker om zonder toestemming
toegang te krijgen tot de netwerkbronnen. Deze
beveiligingsmethode wordt veelal gebruikt op draadloze netwerken.
Bij een netwerk dat gebruik maakt van het verificatietype Open
systeem wordt de identiteit van netwerkgebruikers niet
gecontroleerd. Elke draadloze gebruiker kan toegang krijgen tot
het netwerk. In een dergelijk netwerk kan echter WEP-codering
(Wired Equivalent Privacy) worden gebruikt om een eerste niveau
van beveiliging te bieden tegen inbraak.
Een netwerk dat gebruik maakt van het verificatietype Gedeelde
sleutels biedt een betere beveiliging omdat de gebruikers of
apparaten zich moeten identificeren met behulp van een statische
sleutel (een hexadecimale of alfanumerieke tekenreeks). Alle
gebruikers en apparaten gebruiken een identieke sleutel. WEP-
codering wordt gebruikt in combinatie met gedeelde-
sleutelverificatie, waarbij zowel voor de verificatie als voor de
codering dezelfde sleutel wordt gebruikt.
Een netwerk dat gebruik maakt van een op de server gebaseerde
verificatie (WPA-PSK) biedt een aanzienlijk betere beveiliging en
wordt door de meeste draadloze toegangspunten en draadloze
routers ondersteund. Het toegangspunt of de router controleert de
identiteit van gebruikers of van de apparatuur voordat er toegang
tot het netwerk wordt verleend. Er kunnen verschillende
verificatieprotocollen worden gebruikt op een verificatieserver.
Het type codering dat in het netwerk wordt gebruikt:
●
Geen: er wordt geen codering gebruikt.
●
64-bits WEP: hierbij wordt een WEP-sleutel van 5 tekens of
10 hexadecimale cijfers gebruikt.
79