originelen en afdrukmateriaal plaatsen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u originelen en afdrukmateriaal in het apparaat plaatst.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
Originelen plaatsen
•
Afdrukmateriaal selecteren
•
Het formaat van het papier in de papierlade wijzigen
ORIGINELEN PLAATSEN
Als u een document wilt kopiëren, scannen of faxen, plaatst u het op
de glasplaat van de scanner of in de DADI (dubbelzijdige automatische
documentinvoer) of ADI (automatische documentinvoer).
CLX-6200ND, CLX-6210FX, CLX-6240FX is voorzien van de DADI-
functie. Hiermee kunt u beide zijden van het origineel tegelijkertijd
scannen. Zie "Dubbelzijdig scannen" op pagina 51.
Op de glasplaat van de scanner
Zorg dat er geen originelen in de DADI (of ADI) liggen. Als er een origineel
wordt gedetecteerd in de DADI (of ADI), krijgt dit origineel voorrang boven
het origineel op de glasplaat. Voor de beste scankwaliteit, vooral bij
afbeeldingen in kleur of grijstinten, gebruikt u bij voorkeur de glasplaat.
1. Licht het deksel van de scanner op.
2. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat
en leg het in één lijn met de markering in de linker bovenhoek van
de plaat.
•
Papier plaatsen
•
De uitvoersteun instellen
•
Papierformaat en -type instellen
3. Sluit het deksel van de scanner.
•
Het open laten van het scannerdeksel tijdens het kopiëren kan
de kopieerkwaliteit en het tonerverbruik nadelig beïnvloeden.
•
Stof op de glasplaat kan leiden tot zwarte vlekken op de afdruk.
Houd de glasplaat schoon.
•
Om een pagina uit een boek of tijdschrift te kopiëren, opent u het
deksel van de scanner tot tegen de aanslag en sluit u het daarna
weer. Als het boek of tijdschrift dikker is dan 30 mm, kopieert u met
het deksel open.
In de DADI (of ADI)
In de DADI (of ADI) kunt u maximaal 50 vel papier van 75 g/m
plaatsen.
Als u de DADI (of ADI) gebruikt:
•
In de ADI: plaats geen papier dat kleiner is dan 142 x 148 mm of groter
dan 216 x 356 mm.
•
In de DADI: plaats geen papier dat kleiner is dan 148 x 148 mm of groter
dan 216 x 356 mm.
•
Vermijd gebruik van de volgende papiersoorten:
- carbonpapier of doordrukpapier
- gecoat papier
- licht doorschijnend papier of dun papier
- gekreukt of verfrommeld papier
- gekruld of opgerold papier
- gescheurd papier
•
Verwijder alle nietjes en paperclips voordat u het papier plaatst.
•
Controleer of eventuele lijm, inkt of correctievloeistof op het papier
volledig droog is voordat u het plaatst.
•
Plaats geen originelen van verschillend formaat of gewicht.
•
Plaats geen boekjes, foldertjes, transparanten of documenten met
andere afwijkende eigenschappen.
1. Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina's van elkaar
te scheiden voordat u de originelen plaatst.
Originelen en afdrukmateriaal plaatsen_ 33
2
voor één taak