Bedieningshandleiding
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Rijden inschakelen
Als het lampje brandt, betekent
dit dat de arm net voorbij een
van beide achterwielen is
gedraaid en de rijfunctie is
uitgeschakeld.
Houd om te rijden de rijschakelaar naar een van
beide zijden vast en verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Houd er rekening mee dat de machine kan gaan
rijden in een richting die tegengesteld is aan de
richting waarin de rij- en stuurbedieningselementen
worden verplaatst.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen op
de platformbediening en het rijchassis om de
rijrichting van de machine te bepalen.
Rijsnelheid kiezen
·
Symbool 'machine op helling': lage snelheid voor
hellingen
·
Symbool 'machine op horizontale ondergrond':
hoge snelheid voor maximale rijsnelheid
26
Instelling motortoerental
Stel het motortoerental in met behulp van de
symbolen op het bedieningspaneel.
·
Konijn- en voetschakelaarsymbool: door
voetschakelaar geactiveerd hoog stationair
·
Schildpadsymbool: laag stationair
·
Konijnsymbool: hoog stationair
Generator (indien aanwezig)
Zet om de generator te starten de
generatortuimelschakelaar in de stand 'aan'.
Sluit het elektrische gereedschap aan op de
GFCI-contactdoos die de voeding naar het platform
verzorgt.
Zet om de generator uit te schakelen de
generatortuimelschakelaar in de stand 'uit'.
Opmerking: De machinefuncties werken niet
wanneer de generator in bedrijf is en de
voetschakelaar niet wordt ingedrukt. Wanneer de
voetschakelaar wordt ingedrukt, schakelt de
generator uit en gaan de machinefuncties werken.
Z-34/22 IC
Vijfde uitgave • Tweede druk
Onderdeelnr. 133548DU