Bedieningshandleiding
FUNCTIETESTS
Test de beperking rijsnelheid
37 Druk de voetschakelaar in.
38 Breng de primaire arm 30 cm omhoog.
39 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: de maximaal haalbare rijsnelheid met
de primaire arm omhoog mag niet hoger zijn dan
30 cm per seconde.
40 Laat de arm neer in de transportstand.
41 Breng de secundaire arm 30 cm omhoog.
42 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: de maximaal haalbare rijsnelheid met
de secundaire arm geheven mag niet hoger zijn
dan 30 cm per seconde.
43 Laat de arm neer in de transportstand.
44 Schuif de primaire arm 30 cm uit.
45 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: de maximaal haalbare rijsnelheid met
de primaire arm uitgeschoven mag niet hoger
zijn dan 30 cm per seconde.
Als de rijsnelheid met geheven of uitgeschoven
primaire arm of geheven secundaire arm hoger is
dan 30 cm per seconde, dient de machine
onmiddellijk te worden voorzien van een label en uit
bedrijf te worden genomen.
20
Test de hulpvoeding-bedieningselementen
46 Schakel de motor uit.
47 Trek de rode noodstopknop uit naar de
stand aan.
48 Druk de voetschakelaar in.
49 Houd de hulpvoedingschakelaar ingeschakeld
en activeer tegelijkertijd elke functie-joystick of
-tuimelschakelaar.
Opmerking: test om de accu's te sparen elke
functie gedurende een gedeeltelijke cyclus.
Resultaat: alle arm- en stuurfuncties dienen in
werking te treden. De rijfunctie mag niet met de
hulpvoeding in werking treden.
Test de hef-/rij-keuzefunctie (indien aanwezig)
50 Druk de voetschakelaar in.
51 Verplaats de rij-joystick uit het midden en
activeer een armfunctietuimelschakelaar.
Resultaat: geen enkele armfunctie mag in
werking treden. De machine rijdt in de richting
die wordt aangegeven op het bedieningspaneel.
Z-34/22 IC
Vijfde uitgave • Tweede druk
Onderdeelnr. 133548DU