Toetsen
Hier volgt een korte functiebeschrijving van de toetsen.
Tabel 2: Bediening keuzeschakelaar en toetsen
Schakelstand
ON/OFF
Resultaat oproepen
Resultaat opslaan
Nullen (R)
Geheugen wissen
Testspanning
DISPLAY
Isolatieweerstand (Riso)
Weerstand (R)
Netspanning (V) /
Netfrequentie (f)
Data zenden (RS232)
- aan-/uitschakelen van het meetsysteem; de tester schakelt automatisch af indien er
gedurende 10 minuten geen meting of handeling wordt verricht;
- oproepen van een opgeslagen resultaat;
- opslaan van op het LCD-display getoonde meetresultaten;
- compensatie van de testkabelweerstand in de R-functie (lage weestand);
- ophogen/verlagen van object- of meetplaatsidentificatienummer tijdens opslaan of
terugroepen van de resultaten;
- controleren van andere resultaten die later opgeslagen zijn onder hetzelfde object
en meetplaatsidentificatienummer in de [Resultaat oproepen] functie;
- wissen van alle opgeslagen resultaten;
- wissen van alle onder een bepaald object-identieficatienummer opgeslagen
resultaten (zonder puntjes YYY);
- wissen van alle onder een bepaald meetplaats-identificatienummer van een object
opgeslagen resultaten (met puntjes XXX);
- alleen het getoonde resultaat in de "[Resultaat oproepen]-functie;
- een RESET van het meetsysteem uitvoeren.
- selecteren van de nominale testspanning bij het meten van de isolatieweerstand;
- tonen van de meetresultaten;
- selecteren van een identificatienummer van een object of een meetplaats wanneer
het instrument in de [Resultaat opslaan] of [Resultaat oproepen]-functie staat;
- testen van de isolatieweerstand;
- lage weerstand testen;
- netspanning en -frequentie testen;
- zenden van data via de seriële poort naar de printer of PC.
- Pagina 16 -
Omschrijving
Utrecht
005