Watt [WATTS]—Het display zal ook uw energie-
uitvoer weergeven in watt.
Om het volume van het bedieningspaneel te wijzi-
gen, drukt u op toetsen Volume verhogen
verlagen.
Aandacht: het bedieningspaneel kan de gestapte
snelheid en afstand in mijlen of kilometers
aangeven. Om de meeteenheid te wijzigen kijkt u
bij DE INOFMATIE-MODUS GEBRUIKEN op pag-
ina 20.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Raadpleeg pagina 12 om de bijgeleverde hartslag-
monitor te gebruiken. Volg de onderstaande
aanwijzingen om de hartslagsensor van de hand-
greep te gebruiken. BELANGRIJK: als u de
hartslagmonitor draagt en tegelijkertijd de hart-
slagsensor van de handgreep gebruikt, geeft
het bedieningspaneel uw hartslag niet
nauwkeurig weer.
Als er op de met-
alen contactpunten
van de handgreep
met polssensor een
plastic filmpje
kleeft, verwijder dit
dan. Om uw hartslag
te meten, raakt u de
handgreep met
polssensor ongeveer
15 seconden aan
door uw handpalmen tegen de metalen contact-
punten te houden. Beweeg uw handen niet en
houd de handsensoren stevig vast.
Wanneer uw hartslag wordt vastgesteld, verschijnt
de waarde op de weergave. Voor een correcte
hartslagmeting, houd de contactpunten ongeveer
15 seconden vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, ga dan
na of u uw handen zoals eerder beschreven op de
sensoren hebt geplaatst. Zorg ervoor dat u uw
handen niet te veel beweegt en houd de metalen
contactpunten ook niet al te stevig vast. Voor de
beste werking, maak de metalen contactpunten
schoon met een zacht doek; gebruik nooit alco-
hol, schurende of chemische middelen om de
contactpunten schoon te maken.
All manuals and user guides at all-guides.com
Contactpunten
17
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit
wanneer u klaar bent met het gebruik van uw
trainingfiets.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL UITZETTEN op
pagina 16.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel te
activeren.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL ACTIVEREN op
pagina 16.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Als u een training of de iFit Traningsmode hebt
geselecteerd, drukt u op de Menu-knop [MENU]
om terug te keren naar het hoofdmenu.
Om een vooringsteld
trainingsprogramma te
selecteren, drukt u eerst
op de Plus- en Min-
knoppen naast de
Enter-knop [ENTER] en
selecteert u WORK-
OUTS (oefeningen). Druk dan op de toets Enter.
Druk vervolgens op de Plus- en Min-knoppen om
de gewenste trainingscategorie te selecteren. Druk
dan op de toets Enter.
U kunt ook op de Oefeningstoetsen [HILL CLIMB-
ING WORKOUTS] Bergbeklimmen of Interval
[INTERVAL WORKOUTS] drukken.
Druk vervolgens op de Plus- en Min-knoppen om
de gewenste trainingscategorie te selecteren. Druk
dan op de toets Enter.
Druk op de Plus- en Min-knoppen om de naam
van de gewenste trainingscategorie te selecteren.
De duur, de maximum snelheid, het maximum
weerstandsniveau en een profiel van de weer-
standsniveaus van de training verschijnen rechts
van de weergave. Druk dan op de toets Enter.