Instellingen voor F-codegeheugenvakken Relay-distributie
(Ontvanger)
OPMERKINGEN:
Xerox WorkCentre C226 Handleiding voor de gebruiker
3. Voer een code van maximaal 4 cijfers in met de cijfertoetsen.
F-CODEGEHEUGENVAK / VERTROUWELIJK
No.003
AFDRUK PINCODE
VOER DE AFDRUKCPINCODE IN VIA DE CIJFERTOETSEN EN DRUK OP [OK].
•
Druk op de [C]-toets als u een fout maakt. Alle cijfers worden dan gewist,
zodat u de code in zijn geheel opnieuw kunt invoeren.
•
Raak de toets [ANNULEREN] aan als u de invoer van uw afdrukpincode wilt
annuleren. U wordt dan weer in het scherm van stap 2 geplaatst zonder dat
een afdrukpincode is ingesteld.
4. Tip op de [OK] toets.
U wordt nu weer in het scherm van stap 2 geplaatst, waarin de geselecteerde
pincode wordt weergegeven.
5. Tip op de [VERLATEN] toets om het scherm te verlaten.
Top op de [VOLGENDE] toets om een ander geheugenvak te programmeren.
VOLGENDE
VERLATEN
Programmeer de ontvangende eindapparaten, waarnaar gegevens uit het
F-codegeheugenvak Relay-distributie worden verzonden als uw apparaat als relay-
apparaat wordt gebruikt.
•
Er kunnen maximaal 30 ontvangende apparaten (30 sneltoetsen of
groepstoetsen) worden ingesteld. Als dit maximum is bereikt, verschijnt er een
waarschuwingsbericht en kunnen geen verdere apparaten worden ingevoerd.
•
U kunt uitsluitend bestemmingen selecteren die zijn opgenomen in automatische
kiestoetsen (sneltoetsen of groepstoetsen). Als u een bestemming wilt gebruiken
die niet als automatische kiestoets is opgeslagen, dient u deze eerst als sneltoets
(pagina 5-71) in te stellen voordat de bestemming als ontvangend eindapparaat
kan worden opgegeven.
F-codegeheugenvakken programmeren, wijzigen en verwijderen
VOLGENDE
VERLATEN
ANNULEREN
Door de toets [VERLATEN] aan te raken, keert u terug
naar het scherm van stap 3 op pagina 5-85.
Als u de [VOLGENDE] toets aanraakt, keert u terug naar
het scherm voor het programmeren van een nieuw
geheugenvak (het scherm van vak 4 op pagina 5-86).
OK
5-89