OPMERKING:
Xerox WorkCentre C226 Handleiding voor de gebruiker
[Extra]
U kunt ook een aangepast papierformaat instellen.
Slechts één extra papierformaat kan worden opgeslagen.
Klik op deze knop om het venster voor het instellen van het aangepaste
papierformaat te openen.
Wanneer u afdrukt op een aangepast papierformaat, geldt er een beperking wat
de afdrukrichting van het papier betreft.
Om af te drukken op een aangepast papierformaat, dient u het papier in de
horizontale afdrukrichting te plaatsen.
Juist
Horizontaal plaatsen
Aanpassen aan pagina
Dit veld wordt gebruikt voor de functie Aanpassen aan pagina. Deze functie
vergroot of verkleint het afgedrukte beeld automatisch om het aan te passen aan
het gebruikte papier. Bij het vergroten of verkleinen wordt het beeld op de pagina
gecentreerd.
Om deze functie te gebruiken, schakelt u het selectievakje "Aanpassen pagina" in
en kiest u vervolgens het te gebruiken papierformaat.
Het afdrukken gebeurt normaal gezien op het papierformaat dat is ingesteld in de
toepassing, ongeacht welk papierformaat is gekozen in het printerstuurprogramma.
Wanneer het papierformaat niet is opgegeven in de toepassing, wordt de
papierformaatinstelling van het printerstuurprogramma gebruikt.
[Aanpassen pagina]
Wanneer dit selectievakje wordt ingeschakeld, wordt het afdrukbeeld dat
overeenkomt met het bij [Papierformaat] gekozen papierformaat automatisch
verkleind of vergroot om het aan te passen aan het papier dat is gekozen bij
[Aanpassen aan pagina].
Standaardinstelling: uitgeschakeld
Afdrukstand
Stelt de afdrukstand van het document in.
Klik op het keuzerondje voor [Staand] of het keuzerondje voor [Liggend].
[Staand]
Stelt de staande afdrukstand in.
[Liggend]
Stelt de liggende afdrukstand in.
Standaardinstelling: Staand
[180 graden draaien]
Draait het beeld 180° voor het afdrukken. Deze functie draait het beeld zodat het
juist wordt afgedrukt op enveloppen en ander papier met flappen.
Fout
Verticaal plaatsen
Afdrukfuncties kiezen
3-27