Printerbediening
OPMERKING:
3-12
5. Als de kwaliteit van het kleurbeeld moet worden aangepast, voert u de
onderstaande stap uit. Als de beeldkwaliteit niet moet worden aangepast, gaat u
rechtstreeks naar stap 6.
Om de kwaliteit van het kleurbeeld aan te passen, klikt u op de knop
[Kleurafstelling]. Het volgende scherm verschijnt. Gebruik het veld [Kleurbalans]
om de verzadiging van kleurbeelden aan te passen en om de intensiteit van de
RGB-kleurcomponenten (rood, groen en blauw) te verhogen of te verlagen.
Gebruik het veld [Beeld] om de helderheid en het contrast van kleurbeelden aan
te passen. (pagina 3-38)
Ga vervolgens door naar stap 6.
6. Klik op het tabblad [Papier].
Verzeker u ervan dat het papierformaat correct is. Kies vervolgens de
papierinvoermethode. Configureer vervolgens de "Papierkeuze"-instellingen.
"Automatishe keuze" wordt normaal gesproken gebruikt voor zowel
"Papierinvoerbron" en "Papiertype". Klik op de [OK]-knop om het scherm
Eigenschappen te sluiten wanneer u klaar bent met de instellingen
De Handinvoerlade gebruiken
Als de handinvoerlade staat ingesteld als papierbron, stel papierformaat – en soort
dan in op het bedieningspaneel van het apparaat. Een verklaring van deze instellingen
vindt u op pagina 1-24).
7. Klik op de knop [OK] in het venster afdrukken in Windows XP in Windows 95/98/
Me/NT 4.0 of op de knop [Afdrukken] in Windows 2000/XP/Server 2003.
Xerox WorkCentre C226 Handleiding voor de gebruiker