Faxeenheid
Een groepsindex opslaan
5-84
Automatische kiestoetsen (sneltoetsen en groepstoetsen) worden gewoonlijk in de
ABC-index opgeslagen. U kunt het gebruik van automatische kiestoetsen echter
makkelijker maken door een groep automatische kiestoetsen in een groepsindex op te
slaan en deze index dan een naam te geven. Als u omschakelt naar groepsindexen,
verschijnen de toetsen [GEBR 1], [GEBR 2], [GEBR 3], [GEBR 4], [GEBR 5], en
[GEBR 6]. Aan elke index GEBR kan een naam van maximaal 6 tekens worden
gegeven.
De procedure voor het opslaan van automatische kiesnummers in een groepsindex,
wordt uitgelegd in stap 6 op pagina 5-72; de procedure voor het omschakelen van de
ABC-index naar de groepsindexen wordt beschreven op pagina 5-10.
1. Druk op de toets [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] en raak dan de toets
[ADRESBEHEER] aan (zie stap 1 en 2 op pagina 5-70).
2. Raak de toets [AANGEPASTE INDEX] aan.
DIRECT ADRES / PROGRAMMA
AANGEPASTE INDEX
F-CODEGEHEUGENVAK
3. Raak een van de indextoetsen ([GEBR 1] t/m [GEBR 6]) aan.
U kunt een naam voor de geselecteerde index opgeven.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
AANGEPASTE INDEX
SELECTEER DE TOETS DIE U EEN AANGEPASTE NAAM WILT GEVEN.
GEBR 1
GEBR 2
GEBR 3
Als de toets is geselecteerd, verschijnt het invoerscherm voor letters.
4. Voer maximaal 6 tekens in voor de naam van de index.
Gebruik de toets
naam in. Raadpleeg pagina 5-93 voor de procedure voor het invoeren van letters.
Wanneer u hiermee klaar bent, tipt u de [OK] toets aan. De nieuwe naam
verschijnt in het scherm van stap 3.
5. Herhaal stap 3 en 4 als u nog andere indexnamen wilt opgeven.
Wanneer u hiermee klaar bent, tipt u de [OK] toets aan.
Als u een gebruikersindexnaam wilt wijzigen, voert u de nieuwe naam in zoals
uitgelegd in stap 3 en 4.
OK
GEBR 4
GEBR 5
GEBR 6
om de getoonde naam te wissen, en voer dat de gewenste
Xerox WorkCentre C226 Handleiding voor de gebruiker