Verzending en ontvangst tussen apparaten met ondersteuning
voor F-code
Geheugenvakken en subadressen/pascodes
Vereist voor F-code verzending
Xerox WorkCentre C226 Handleiding voor de gebruiker
Verzending en ontvangst tussen apparaten met ondersteuning voor F-code
Verzenden met F-codes
In dit hoofdstuk wordt een uitleg gegeven van het gebruik van de F-code voor
verzenden en ontvangen, waarmee geavanceerde handelingen, zoals Relay-
distributie en Vertrouwelijke verzending en ontvangst, op eenvoudige wijze kunnen
worden uitgevoerd. Deze functies kunnen gewoonlijk alleen worden gebruikt bij
communicatie met een gelijksoortig Xerox-apparaat, maar met de F-code wordt het
mogelijk deze functies te gebruiken naar alle apparaten die F-codeverzending
ondersteunen. Lees alle delen van dit hoofdstuk die voor u van nut zijn.
Dit apparaat ondersteunt de normen voor "F-code" zoals bepaald door de ITU-T*.
Handelingen zoals Relay-distributie en Vertrouwelijke verzending konden voorheen
alleen worden uitgevoerd bij communicatie naar een ander Xerox-faxapparaat. Met
gebruik van F-code kunnen deze functies nu echter worden gebruikt voor
communicatie met faxapparaten van andere merken die F-code ondersteunen.
Alvorens de in dit hoofdstuk beschreven functies te gebruiken, dient u eerst te
controleren dat het andere faxapparaat ondersteuning biedt voor F-code en over
dezelfde functies beschikt als uw apparaat. (Het is mogelijk dat de namen voor deze
functies op het andere apparaat verschillen.)
* De ITU-T is een afdeling van de Verenigde Naties die zich bezighoudt met het
ontwikkelen van communicatienormen. Dit is een afdeling van de ITU (International
Telecommunication Union), het coördinerend orgaan voor wereldwijde
telecommunicatienetwerken en -services.
"Geheugenvakken" worden gemaakt in het geheugen van faxapparaten die
ondersteuning bieden voor F-codecommunicatie. In deze vakken worden faxberichten
opgeslagen die zijn ontvangen van andere apparaten, en documenten die verzonden
moeten worden wanneer een navraagverzoek binnenkomt.
Op faxapparaten met ondersteuning voor F-codeverzending, is het mogelijk een
"geheugenvak" aan te maken. Er kunnen maximaal 50 geheugenvakken worden
gemaakt, die geschikt zijn voor verschillende doeleinden en die allemaal een eigen
naam toegewezen kunnen krijgen. Er moet een subadres worden geprogrammeerd
om de locatie van het vak in het geheugen aan te geven. Tevens kan een pascode
worden geprogrammeerd om de toegang tot het geheugenvak te beperken. (Voor
5-51