Bedieningsinstructies
Op maat bewerken van de draadbus (aandrijfvorm A):
Afb. 4
80.3
80.01/80.02
80.2
De aansluitflens hoeft niet van de tandwielkast te worden verwijderd.
.
.
De centreerring (80.2, afbeelding 4) uit de aansluitflens draaien.
De draadbus (80.3) samen met de axiaalnaaldkrans (80.01) en de axiaal-
.
lagerschijven (80.02) verwijderen.
.
Axiaalnaaldkrans en axiaallagerschijven van de draadbus verwijderen.
De draadbus boren, uitdraaien en de schroefdraad snijden.
.
Attentie: boring moet exact centrisch en verticaal zijn!
.
Op maat bewerkte draadbus schoonmaken.
Axiaalnaaldkrans en axiaallagerschijven met lithiumzeep EP-multivet
.
smeren en op de draadbus plaatsen.
De draadbus met axiaallagers weer in de aansluitflens plaatsen. Let op dat
.
de klauwen correct in de uitsparingen van de holle as grijpen.
.
Centreerring indraaien en tot aan de aanslag vastdraaien.
Met de vetspuit lithiumzeep EP-multivet op mineraaloliebasis, hoeveelheden
volgens tabel, via de smeernippel indrukken:
Tabel 3: Hoeveelheden vet voor lager aandrijfvorm A
Aandrijfvorm
A 07.2
A 10.2
1)
Hoeveelheid
1,5 g
2 g
1) voor vet met een dichtheid (s.g.) ρ = 0,9 kg/dm³
.
Beschermbuis voor stijgende afsluiterspindel
.
Schroefdraad met hennep, teflontape of schroefdraadpakking afdichten.
.
Beschermbuis (1) in schroefdraad draaien (afbeelding 5) en vasttrekken.
.
Dichtring (2) tot aan de behuizing naar beneden schuiven.
Controleer of de beschermkap voor de beschermbuis (3) aanwezig en onbe-
schadigd is.
Afb. 5: Beschermbuis voor stijgende afsluiterspindel
3
1
2
Rechte tandwielkasten GST 10.1 – GST 40.1
Aandrijfvorm A
draadbus
A 14.2
A 16.2
A 25.2
A 30.2
3 g
5 g
10 g
A 35.2
A 40.2
14 g
20 g
25 g
9