Rechte tandwielkasten GST 10.1 – GST 40.1
6.
Montage aan afsluiter
8
De tandwielkasten kunnen in iedere montagepositie worden bediend.
.
Controleer vóór de montage de tandwielkasten op eventuele
beschadigingen. Beschadigde onderdelen dienen door origi-
.
nele onderdelen te worden vervangen.
Eventueel aanwezige lakbeschadigingen na de montage op
de afsluiter herstellen.
.
Controleer of de montageflens bij de tandwielkast past.
Centrering van de flenzen als spelingvrije passing uitvoeren!
De aandrijfvormen B1, B2, B3 of B4 (afbeelding 3) worden met boring en spie-
baan (in het algemeen volgens EN ISO 5210) geleverd.
Afb. 3
Aandrijfvorm
B1/B2 steekbus
Bij aandrijfvorm A (afbeelding 4) moet de binnenschoefdraad van de draadbus
met de schroefdraad van de afsluiterspindel overeenkomen. Indien de draad-
bus niet uitdrukkelijk met een schroefdraad is besteld, wordt deze ongeboord
.
geleverd. Draadbus geheel op maat bewerken: zie volgende bladzijde.
Controleer of de boring en de spiebaan met de ingaande as van de afsluiter
.
overeenkomen.
De blanke delen van de aansluitflens van de tandwielkast en de opbouwflens
.
van de afsluiter zorgvuldig ontvetten.
.
Ingaande as van afsluiter licht invetten.
Tandwielkast op afsluiter plaatsen en bevestigen. De bouten (tenminste
kwaliteit 8.8, zie tabel 2) gelijkmatig en kruisgewijs aantrekken.
Tabel 2: Aantrekmomenten voor bouten
Schroefdraad
M8
M10
M12
M16
M20
M30
M36
Aandrijfvorm
B3/B4 boring met spiebaan
Aantrekmoment T
Sterkteklasse
8.8
A2-70/A4-70
25
18
50
36
87
61
214
150
431
294
1 489
564
2 594
–
Bedieningsinstructies
[Nm]
A
A2-80/A4-80
24
48
82
200
392
–
–