POWERTRIM EN TILT
WAARSCHUWING
Een defecte powertrim en tilt-eenheid kan leiden
tot verlies van de schokdempingsbescherming bij
het raken van een obstakel onder water. Het defect
kan ook verlies van de stuwkracht in de achteruit
tot gevolg hebben.
Het vloeistofpeil moet altijd juist zijn om de wer-
king van de botsingsbescherming in de unit te
kunnen garanderen.
Uiterste tiltstand
De uiterste tiltstand wordt vaak gebruikt om de buiten-
boordmotor hoger te zetten om ruimte te krijgen als u de
boot op het strand trekt, afmeert of te water laat.
1. Trimbereik
2. Tiltbereik
Trimmen
In de meeste bedrijfsomstandigheden verdient het aanbe-
veling om de buitenboordmotor te trimmen tot zijn laagste
positie bij het accelereren. Zodra de boot in plané komt,
trimt u de buitenboordmotor omhoog tot u de uitlaat hoort
en dan opnieuw een beetje naar beneden.
Varen in ondiep water
U kunt de buitenboordmotor tilten in elke gewenste posi-
tie binnen het tiltbereik. Laat de motor dan echter NIET
sneller dan stationair draaien. Als u een getilte buiten-
boordmotor stationair laat draaien, houd dan te allen tijde
de waterinlaten onder water.
VAREN
Handmatig ontlasten
Indien nodig kan de buitenboordmotor handmatig omhoog
of omlaag worden getilt met de deblokkeringsschroef.
WAARSCHUWING
Houd iedereen uit de buurt van de buitenboordmo-
tor als u de deblokkeringsschroef losdraait. De
buitenboordmotor kan plotseling en met kracht
naar beneden vallen. Vergeet niet de deblokke-
ringsschroef naar rechts vast te draaien nadat u
de buitenboordmotor omlaag hebt gezet. Hierdoor
worden de schokdempingsbescherming van de
buitenboordmotor en de stuwkracht in achteruit
weer in werking gesteld.
1)
Draai de deblokkeringsschroef langzaam (ca. 3 1/2
toeren) in tegenwijzerzin, totdat ze lichtjes de borg-
veer raakt.
2)
Zet de buitenboordmotor weer in de juiste stand.
3)
Draai de deblokkeringsschroef vast om de buiten-
boordmotor in de nieuwe stand te laten staan.
1. Deblokkeringsschroef
! VAREN
21