Minimum-octaangetal
Uw buitenboordmotor vaart op ongelode autobenzine met
een octaangetal dat gelijk is aan of hoger dan:
• 90 RON — Buiten de V.S.
• 87 (R+M)/2 AKI — In de V.S.
Het is ALLEEN toegestaan om ongelode benzine met me-
thyl-tributyl-ether (MTBE) te gebruiken, indien het MTBE-
gehalte niet hoger is dan 15 vol%.
Alcoholische brandstoffen
Uw buitenboordmotor is op het gebruik van de nader ge-
noemde brandstoffen afgestemd, maar let wel op het vol-
gende:
• Het brandstofsysteem van de boot kan andere eisen
stellen met betrekking tot het gebruik van met alcohol
vermengde benzine. Raadpleeg uw handleiding voor de
gebruiker.
• Alcohol trekt vocht aan en houdt het vast waardoor me-
talen delen in het brandstofsysteem kunnen gaan roes-
ten.
• Met alcohol vermengde benzine kan de prestatie van de
motor nadelig beïnvloeden.
Het gebruik van met alcohol verrijkte brandstoffen is AL-
LEEN toegestaan, indien het alcoholpercentage niet hoger
is dan:
• 10% ethanol per volume of
• 5% methanol met 5% cosolventen per volume.
GEBRUIK VAN HET
BRANDSTOFSYSTEEM
De brandstofslang aansluiten
1)
Als de brandstofslang om een of andere reden wordt
losgehaald, dicht hem dan af om morsen te voorko-
men. Breng kapjes aan op de brandstofkoppelingen
om vervuiling te voorkomen.
2)
Verbind de brandstofslang met de 9 mm (3/8 in.)
brandstofkoppeling. Zet de slang stevig vast met de
klem (18,5 mm) uit de kit voor de eigenaar.
1. Brandstofslang en koppeling – 9 mm (3/8 in.)
! OLIE EN BRANDSTOF
WAARSCHUWING
Bewaar brandstoftanks op een goed verluchte
plaats en bescherm ze tegen hitte en open vuur.
Voorkom dat er vloeistof of dampen vrijkomen, die
kunnen ontvlammen.
Draai de ventilatieschroef dicht, indien aanwezig.
Zorg ervoor dat de afgekoppelde brandstofslang
niet drupt.
BELANGRIJK: De brandstofslangen moeten ervoor zor-
gen dat de brandstoftoevoer naar de motor in overeen-
stemming is met wat de buitenboordmotor nodig heeft. De
minimale binnendiameter van de brandstofslangen be-
draagt 9 mm (3/8 in.).
WAARSCHUWING
De buitenboordmotor moet correct worden geïn-
stalleerd. Als de motor niet correct wordt geïnstal-
leerd, kan dit tot ernstige of zelfs dodelijke
verwondingen of materiële schade leiden. We
raden u met aandrang aan, de buitenboordmotor
door uw dealer te laten installeren, om er zeker
van te zijn dat dit correct gebeurt.
In brandstofsystemen met vaste tanks, vooral systemen
met terugslagkleppen en filter/startinspuitingsinrichtingen,
kunnen verstoppingen ontstaan, waardoor de brandstof-
pomp niet meer in staat is om onder alle omstandigheden
de juiste hoeveelheid brandstof aan te voeren. Daardoor
kan het motorvermogen afnemen. Neem contact op met
uw dealer als de prestaties problemen opleveren.
BRANDSTOFADDITIEVEN
BRP keurt enkel het gebruik van Evinrude 2+4®-brandstof-
conditioner goed als additief in uw Evinrude E-TEC-buiten-
boordmotor.
Het gebruik van andere brandstofadditieven kan leiden tot
een slechte werking of tot schade aan de motor.
Evinrude 2+4 brandstofconditioner voorkomt gomvor-
ming en aanslag in de onderdelen van het brandstofsys-
teem en haalt vocht uit het brandstofsysteem.
Het moet worden gebruikt tijdens elke periode waarin uw
motor niet regelmatig wordt gebruikt. Dit product beperkt
ijsvorming in het brandstofsysteem en veroudering van de
brandstof.
15