rijbedieningselementen losgelaten worden schakelen de remmen automatisch in). Als optie is het mogelijk om de machine met
nivelleercilinders uit te rusten om op hellende terreinen te kunnen werken (maar die in ieder geval wel altijd stevig genoeg moeten
zijn). Ook in dit geval is de stabiliteit van de machine voldoende tijdens het werken op horizontale terreinen die stevig genoeg zijn;
het is dus mogelijk om het platform te heffen en de onderwagen op de vier niet perforeerbare wielen te laten steunen zonder gebruik
te maken van de nivelleercilinders. Het gebruik van deze cilinders is daarentegen absoluut noodzakelijk als men van plan is om op
hellende terreinen te werken (maar die in ieder geval wel altijd stevig genoeg moeten zijn). De nivelleercilinders worden vanaf de
bedieningspost op het platform bediend, van waar het mogelijk is de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden en de nivellering
van de machine aan de hand van een bolwaterpas te controleren. Bovendien is er een instrument (hellingmeter) voorhanden dat het
heffen blokkeert indien de machine niet goed genivelleerd is.
De hydraulische cilinders voor de beweging van de scharnierende constructie en de nivelleercilinders zijn uitgerust met
elektromagnetische kleppen of veiligheidskleppen die met flenzen rechtstreeks aan de cilinders bevestigd zijn. Hierdoor is het
mogelijk om de machine in dezelfde stand te houden ook in geval van plotselinge breuk van een toevoerslang.
Het platform, dat aan de voorkant met de hand verlengd kan worden (optie), is uitgerust met relingen en voetbanden met een reglementaire hoogte
≥
(de relingen zijn
mm hoog; de voetbanden zijn
≥100 mm).
Als er geen drijfkracht is, is het mogelijk om de handmatige nooddaalbeweging vanaf de grond uit te voeren door de knop die op de
instructieplaat aangegeven is met de hand te bedienen.
Het draagvermogen op het platform verandert niet afhankelijk van de stand van het uitschuifbare verlengstuk.
1.5 Bedieningsposten
Op de machine zijn twee bedieningsposten voorhanden:
op het platform voor normaal gebruik van de machine;
op de onderwagen zijn de noodbedieningselementen aangebracht die dienen voor het inschuiven van het platform en stopzetting
in geval van nood, een keuzeschakelaar voorhanden die beveiligd is met een sleutel waarmee de bedieningspost gekozen kan
worden en de machine ingeschakeld kan worden.
1.6 Toevoer
De machines kunnen aangedreven worden door middel van:
een elektrisch-hydraulisch systeem dat uit oplaadbare accu's en een elektrische pomp bestaat (modellen RTE);
verbrandingsmotor (modellen RTD);
In ieder geval is zowel de hydraulische als de elektrische installatie uitgerust met alle nodige beveiligingen (zie de elektrische en de
hydraulische schema's die bij deze handleiding gevoegd zijn).
1.7 Levensduur van de machine, sloop en verwijdering
De machine is ontwikkeld voor een verwachte levensduur van 10 jaar in normale werkomgevingen uitgaande van juist gebruik en
gedegen onderhoud. Binnen deze periode is een volledige controle/revisie door de fabrikant noodzakelijk.
Indien de machine rijp is voor de sloop moeten de voorschriften in acht genomen worden die in het land waar dit geschiedt van kracht
zijn.
In Italië moet de sloop / afdanking meegedeeld worden aan de plaatselijke ASL / USL of ARPA.
De machine bestaat voornamelijk uit metalen delen die makkelijk herkenbaar zijn (voor het grootste deel staal en aluminium voor wat
betreft de hydraulische blokken); er kan dus gesteld worden dat de machine voor 90% gerecycled kan worden.
De Europese normen en de door de Lidstaten overgenomen normen betreffende respect voor het milieu en
verwijdering van afval leggen zware administratieve straffen en boetes op in geval van onvoldoende
naleving hiervan.
In geval van sloop / verwijdering moet men zich nauwgezet aan de door de van kracht zijnde normen
opgelegde regels houden vooral voor wat betreft materiaal zoals hydraulische olie, batterijen en accu
≥150 mm, hoog en de ingangszone is voorzien van een voetband met een hoogte van
Gebruiks- en onderhoudshandleiding
Serie X_RT
–
s.
'
Blz. 9