5.5 Stopzetting van de machine
5.5.1
Normale stopzetting
Als tijdens het normale gebruik van de machine de bedieningselementen losgelaten worden stopt de manoeuvre. De stopzetting
vindt op een in de fabriek afgestelde tijd plaats waardoor een soepele remwerking mogelijk is.
5.5.2
Noodstopzetting
Indien de omstandigheden dit vereisen kan de bediener alle functies van de machine zowel op het platform als vanaf de
bedieningskast vanaf de grond onmiddellijk stopzetten.
vanaf de bedieningspost op het platform:
door op de paddestoelknop op de bedieningskast te drukken wordt de machine uitgeschakeld;
Vanaf de bedieningspost vanaf de grond:
door op de stopknop van de bedieningspost vanaf de grond te drukken wordt de machine uitgeschakeld (geldt voor alle
modellen) en slaat de verbrandingsmotor af (modellen "D", "ED" en "EB");
door op de rode stopknop van de vermogensleiding te drukken wordt de stroomvoorziening naar de machine uitgeschakeld
(onderbreking van de vermogensstroomkring).
Om het werk te kunnen hervatten moet:
vanaf de bedieningspost op het platform:
de stopknop een kwartslag gedraaid worden;
Vanaf de bedieningspost vanaf de grond:
de stopknop een kwartslag gedraaid worden;
de rode knop van de vermogensstroomkring (indien aanwezig) een kwartslag met de wijzers van de klok mee draaien (naar
rechts) -totdat u een klik hoort- om de stroomvoorziening naar de machine weer in te schakelen.
5.5.3
Afzetten van de dieselmotor
Om de dieselmotor af te zetten moet:
vanaf de bedieningspost op het platform:
de startsleutel tegen de wijzers van de klok in (naar links) op de stand "0" gedraaid worden.
of op de paddestoelknop gedrukt worden;
Vanaf de bedieningspost vanaf de grond:
de startschakelaar op de stand "0" gedraaid worden;
of op de paddestoelknop gedrukt worden;
Zet de motor niet af als de motor op een hoog toerental draait. Wacht totdat de motor op het laagste toerental
draait alvorens de motor af te zetten.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding
Serie X_RT
–
Blz. 44