5.1.1
Rijden en sturen
Alvorens de machine op de een of andere manier te verplaatsen moet eerst nagegaan worden of er zich
geen personen in de buurt van de machine bevinden en moet er in ieder geval uiterst voorzichtig te werk
gegaan worden.
HET IS VERBODEN om met een omhoog staand platform te rijden als de wagen zich niet op een
ondergrond bevindt die vlak en stevig genoeg is en waar geen gaten en hobbels in zitten.
Om met de machine te kunnen gaan rijden moeten onderstaande handelingen op volgorde uitgevoerd worden:
a) Trap en lat de knop
b) Bedien binnen 5 seconden nadat de groene led O continu is gaan branden de proportionele bedieningshendel A en duw de
hendel naar voren om vooruit te rijden of naar achteren om achteruit te rijden.
LET OP!!
De bediening van de rij- en stuurmanoeuvre kan gelijktijdig plaatsvinden maar is geblokkeerd ten
opzichte
van
(heffen/zakken/uitschuiven/inschuiven/stempelcilinders).
De bediening van het rijden is alleen werkzaam als het groene indicatielampje (R) van de vrijgave van het
rijden aan is. Als dit lampje uit is dan duidt dit erop dat de bediening van het rijden geblokkeerd is. Zie
de paragraaf
Als het platform volledig omlaag staat is het door de rijsnelheidskeuzeschakelaar F en/of de knop van de differentieelblokkering L te
bedienen mogelijk om verschillende rijsnelheden in te stellen. Vanwege de starre constructie van het chassis van de machine is het
tijdens het rijden op ongelijke terreinen mogelijk dat één van de rijwielen loskomt van de grond, de volledige hoeveelheid olie
absorbeert en loos draait. In deze toestand kan de machine niet vooruit rijden. Om uit deze toestand te komen moet u de knop van
de differentieelblokkering L indrukken.
NB: Om de maximum rijsnelheid te bereiken moet u de snelheidskeuzeschakelaar F op III zetten, de knop van de
differentieelblokkering L ingedrukt houden en de proportionele bedieningshendel A zover doorduwen totdat hij niet verder kan.
Om tegen steile hellingen op te kunnen rijden (bijv. tijdens het laden van de machine in de laadbak van een vrachtwagen) moet
u de snelheidskeuzeschakelaar F op stand I zetten.
Om tegen steile hellingen af te kunnen rijden (bijv. tijdens het lossen van de machine uit de laadbak van een vrachtwagen) moet
u de snelheidskeuzeschakelaar F op stand I zetten.
Als het platform omhoog staat wordt automatisch de veiligheidsrijsnelheid ingeschakeld; dan is dus de snelheidskeuzeschakelaar F
en ook de knop van de differentieelblokkering L niet actief.
LET OP!! De bediener heeft de knop van de differentieelblokkering (L) nodig om op ongelijke terreinen te kunnen rijden;
indien één van de wielen omhoog blijkt te staan en al het rijvermogen in beslag zou nemen, is het mogelijk om de machine
uit de slechte wegliggingssituatie te krijgen en om snel rechtuit te rijden. Het wordt afgeraden om deze knop tijdens het
sturen ingedrukt te houden.
Om te sturen moet u op de knoppen A1 of A2 die op de proportionele rijbedieningshendel aangebracht zijn drukken (als u op de
rechterknop drukt dan wordt de stuurbeweging naar rechts verkregen en omgekeerd). Ook de bediening van de stuurbeweging wordt
vrijgegeven door het pedaal
de groene indicatieled bedieningspost werkzaam O aan is;
de groene indicatieled vrijgave rijden werkzaam R aan is.
ZD op het platform los; De groene led O gaat continu branden.
man aanwezig
"
"
de
bediening
Waarschuwingslampjes
"
"
man aanwezig
of door de knop
"
"
Gebruiks- en onderhoudshandleiding
van
de
andere
.
man aanwezig
en is alleen mogelijk als:
"
"
–
manoeuvres
van
het
Serie X_RT
platform
Blz. 31