Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Van De Werking Van De Veiligheidsmicroschakelaars; Microschakelaar M1; Microschakelaar M1S (Optie); Technische Gegevens - Airo X RT Series Gebruiks- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

7.3.14 Controle van de werking van de veiligheidsmicroschakelaars

Sommige microschakelaars zijn op strategische punten geplaatst om de verschillende configuraties van de machine te controleren
en om veiligheidsfuncties in te schakelen. De inschakeling ervan brengt de visuele signalering door middel van de lampjes van de
bedieningspost op het platform met zich mee (zie het betreffende hoofdstuk).
De controle van de werking van de microschakelaars moet minimaal één keer per jaar uitgevoerd worden.

7.3.14.1 Microschakelaar M1

De microschakelaar M1 die op de onderwagen aangebracht is controleert de positie van de hefconstructie. Als het platform volledig
omlaag staat is de microschakelaar M1A niet actief.
Als het platform omhoog staat (met een bepaalde tolerantie vanwege het type inschakeling van de microschakelaar) wordt de
microschakelaar M1A ingeschakeld en:
wordt de veiligheidsrijsnelheid automatisch ingeschakeld;
wordt de bediening van de stempelcilinders (indien aanwezig) verhinderd.
of als de wagen schuiner staat dan de max. toegestane hellingshoek de bediening van de hef- en rijmanoeuvre verhinderd
wordt en:
gaat het gevarenwaarschuwingslampje en de gevarenzoemer aan;
gaat het indicatielampje van de vrijgave van het rijden uit;
gaat het indicatielampje van de vrijgave van het heffen uit;
of als het platform overbelast is ALLE manoeuvres verhinderd worden totdat de overbelasting opgeheven wordt en:
gaat het overbelastingswaarschuwingslampje en de gevarenzoemer aan;
gaat het indicatielampje van de vrijgave van het rijden uit;
gaat het indicatielampje van de vrijgave van het heffen uit;

7.3.14.2 Microschakelaar M1S (OPTIE)

De microschakelaar M1S (OPTIE) die op de onderwagen aangebracht is controleert de positie van de hefconstructie. De inschakeling
van de microschakelaar M1S leidt ertoe dat de bediening van het rijden op een bepaalde hoogte vanaf de grond van het platform
verhinderd wordt en dat het indicatielampje van de vrijgave van het rijden uitgaat.
Niet alle machines die in deze handleiding genoemd worden zijn uitgerust met de microschakelaar M1S; controleer in het hoofdstuk

TECHNISCHE GEGEVENS

"

7.3.14.3 Microschakelaar M3 (OPTIE)

De microschakelaar M3 (OPTIE) die op de onderwagen aangebracht is controleert de positie van de hefconstructie. De inschakeling
van de microschakelaar M3 leidt ertoe dat de hefmanoeuvre stopt (hefeindaanslag) voordat de mechanische eindaanslag van de
hefcilinder bereikt wordt en dat het indicatielampje van de vrijgave van het heffen uitgaat.

7.3.14.4 Sensoren ST1A-ST1B-ST1C-ST1D (machines met nivelleercilinders).

De sensoren ST1A-ST1B-ST1C-ST1D die in de buurt van de nivelleercilinders op de onderwagen aangebracht zijn controleren de
positie van de platen van de nivelleercilinders.
Als de stempelplaten volledig omhoog staan dan zijn alle sensoren ST1
is het mogelijk om het rijden te bedienen
alle indicatielampjes van de stand van de stempels zijn uit.
Als er minimaal één stempelplaat niet helemaal omhoog gezet is dan worden er één of meer sensoren ST1 ... ingeschakeld en:
wordt de rijmanoeuvre verhinderd
het indicatielampje van de stand van de stempels van de stempel die niet ingeschoven is knippert.
of de maximum rijhoogte verschilt van de maximum bereikbare hoogte van het platform.
"
het indicatielampje van de vrijgave van het rijden is aan;
het indicatielampje van de vrijgave van het rijden is uit;
Gebruiks- en onderhoudshandleiding
ingeschakeld en:
...
Serie X_RT
Blz. 73

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

X12 rtdX12 rteX14 rtdX14 rte

Inhoudsopgave