Het rijden met een omhoog staand platform mag alleen gebeuren op vlakke en horizontale terreinen, waarbij
gecontroleerd moet worden of er geen gaten of hobbels in het wegdek zitten en waarbij acht geslagen moet worden op
de omvang van de machine.
De achterruitrijmanoeuvre (in de richting van de vaste wielen) staatniet volledig zicht toe voor de bediener op de
bedienerspost. Deze manoeuvre moet dus heel voorzichtig uitgevoerd worden.
Tijdens het rijden met een omhoog staand platform is het niet toegestaan om horizontale belastingen op het platform uit
te oefenen (de medewerkers die zich op het platform bevinden mogen niet aan touwen of kabels enz. trekken.).
De machine mag niet rechtstreeks voor het vervoer op de weg gebruikt worden. De machine mag ook niet voor het
vervoer van goederen gebruikt worden (zie hoofdstuk 1.2 onder het kopje "Gebruiksbestemming
).
"
Het is verboden om de machine te verplaatsen als de kasten met de onderdelen niet goed dichtgedaan zijn.
Het werkgebied moet gecontroleerd worden om vast te stellen dat er geen obstakels of andere gevaren zijn.
Tijdens het heffen moet bijzonder goed op het gedeelte boven de machine gelet worden om te vermijden dat er iets
platgedrukt wordt of dat er ergens tegenaan gebotst wordt.
Tijdens de verplaatsing moeten de handen in de veiligheidspositie gehouden worden, voor de bediener moeten ze
gehouden worden zoals is aangeduid in afbeelding A of B, en voor de vervoerde bediener moeten de handen gehouden
worden zoals wordt aangeduid in afbeelding C.
Afb. 4
Gebruiks- en onderhoudshandleiding
Serie X_RT
Blz. 23
–