4.2 Functieschakelaar
De meter kan capaciteit meten via de sonde‐ingangen.
De meter kan weerstand, continuïteit of de polariteit van een diode meten
via de sonde‐ingangen. Het type meting wordt geselecteerd met de MODE
knop.
De meter kan voeding meten via de sonde‐ingangen en de klembek.
De meter kan stroom meten via de klembek.
De meter kan spanning meten via de sonde‐ingangen.
De meter bevindt zich in de energiebesparingsmodus.
4.3 Functieknoppen
FLIR CM82 GEBRUIKERSHANDLEIDING Document Identifier: CM82‐nl‐NL_AD
Gebruik deze knop om de Automatisch selecteren of Handmatig
selecteren‐modus te kiezen, zie sectie 5.2 Automatisch/Handmatig
selecteren‐modus
In de Handmatig selecteren‐modus, druk op de knop om de
werkingsmodus te selecteren
Gebruik deze knop om de Automatisch bereik of Handmatig bereik‐modus
te kiezen, zie sectie 5.3 Automatisch/Handmatig bereik‐modus
In de Handmatig bereik‐modus, druk op de knop om het bereik (schaal) te
wijzigen.
Druk op de knop om tussen de Normale en Vasthoudmodus te schakelen,
zie sectie 5.4 Vasthoudmodus
Houd de knop gedurende 2 seconden ingedrukt om de
toetsvergrendelingsmodus in/uit te schakelen.
In de Vasthoudmodus piept de meter continu en knippert het display
als het gemeten signaal groter dan de meting op het display is (voor de
V.A.W. functie).
Druk op de knop om de achtergrondverlichting van het display in/uit te
schakelen.
Druk op de knop om de werklamp in/uit te schakelen.
9