5.8 Vermogensmetingen
5.8.1 Eenfasige vermogensmetingen
1.
Stel de functieschakelaar in op de positie W.
2.
Breng de zwarte sondekabel in de negatieve COM‐aansluitklem en de rode sondekabel in
de positieve W‐aansluitklem.
3.
Druk op de trekker om de klembek te openen. Sluit één geleider volledig in ‐ zie Figuur 5.1.
Voor een optimaal resultaat, centreer de geleider in de klembek.
Opmerking: Het + symbool op de bek moet direct naar de voedingsbron zijn gericht.
4.
Sluit de sondekabels in parallel aan op het te meten gedeelte.
5.
Lees de actieve vermogenswaarde af op het display.
Als de waarde zonder een teken wordt weergegeven, stroomt het vermogen van de
voedingsbron naar de belasting.
Als de waarde met een minteken (‐) wordt weergegeven, stroomt het vermogen van de
belasting naar de voedingsbron.
6.
Om de vermogensfactor te meten en weer te geven, druk herhaaldelijk op de MODE knop
totdat de
7.
Lees de waarde van de vermogensfactor af op het display.
Als de waarde zonder een teken wordt weergegeven, komt de fase van het stroomsignaal
achter deze van het spanningssignaal (inductieve belasting).
Als de waarde met een minteken (‐) wordt weergegeven, komt de fase van het
stroomsignaal voor deze van het spanningssignaal (capacitieve belasting).
8.
Om naar de actieve vermogensmetingen terug te keren, druk herhaaldelijk op de MODE
knop totdat zowel de
Als een overbelasting zich voordoet wordt het volgende weergegeven:
OL. V: Overspanning of overbelasting van zowel spanning als stroom.
OL. A: Overbelasting van stroom.
OL. kW: Overbelasting van actief vermogen
FLIR CM82 GEBRUIKERSHANDLEIDING Document Identifier: CM82‐nl‐NL_AD
indicator wordt weergegeven.
als
de indicator niet langer worden weergegeven.
19