5.8.3 Faserichting
Als de meter in de Faserichting‐modus is ingesteld, is het mogelijk om de faserichting voor een
driedraadssysteem te bepalen.
Opmerking: De systeemfrequentie moet stabiel zijn.
Figuur 5.6 Faserichting
1.
Stel de functieschakelaar in op de positie W.
2.
Open de Faserichting‐modus door herhaaldelijk op de MODE knop te drukken totdat de
indicator wordt weergegeven.
3.
Verbind de rode meetkabel met de vermeende faselijn 1 en de zwarte meetkabel met de
vermeende faselijn 3.
4.
Eén van de volgende resultaten wordt weergegeven:
OL V knippert als de spanning >1000 V is.
Lo V knippert als de spanning <30 V is.
OutF knippert als de frequentie >65 Hz of <45 Hz is.
Bij een normale meting wordt L1 gedurende circa 3 seconden weergegeven. L2 wordt
vervolgens weergegeven en de meter piept tweemaal.
5.
Beweeg de rode meetkabel onmiddellijk naar de vermeende faselijn 2 voordat "L2" van
het display verdwijnt.
FLIR CM82 GEBRUIKERSHANDLEIDING Document Identifier: CM82‐nl‐NL_AD
22