2
3
4
Figuur 52
1. Maaimessen evenwijdig
2. Vleugel van het mes
5. Meet de afstand tussen de buitenste snijranden
en de vlakke ondergrond (Figuur 52). Als beide
afstanden groter zijn dan 5 mm, moeten deze worden
bijgesteld; ga verder met de rest van deze procedure.
6. Ondersteun het gewicht van het maaidek door
houten blokken onder de randen van het dek te
plaatsen.
Opmerking: De blokken niet onder
antiscalpeerrollen plaatsen (indien aanwezig op het
maaidek).
7. Ga naar de linkerkant van de machine. Verwijder de
zijslotbout en borgmoer uit de geborgde stand en
breng ze aan in de achterste gleuf (Figuur 53).
5
3
4
Figuur 53
1. Ophangbeugel
2. Gleufstand
3. Geborgde stand
8. Draai de achterste borgmoer op de ophangbeugel
los (Figuur 54).
1
G009682
3
2
4
3. Buitenste snijranden
4. Meet vanaf het uiteinde
van het mes tot het platte
oppervlak hier.
G015323
1
2
4. Borgmoer aan de zijkant.
5. Zijstelbout
3
4
1. Ophangbeugel
2. Achterste borgmoer
9. Draai de borgmoer aan de zijkant op de
ophangbeugel los genoeg om de hanger te kunnen
verstellen (Figuur 54). Gebruik de inkepingen op de
gelaste beugel om de aanpassing af te meten. Elke
inkeping komt overeen met 0,25 inch (iets minder
dan 6,5 mm) en één zijde met 0,125 inch (iets minder
dan 3,2 mm) (Figuur 55). Stel de hoogte van het
maaidek in naar wens.
1
2
1. 6,35 mm
10. Houd het maaidek op de ingestelde stand en draai de
borgmoer aan de zijkant op de ophangbeugel vast
om het maaidek in de nieuwe stand vast te zetten
(Figuur 54). Draai de achterste borgmoer op de
ophangbeugel los.
11. Ga verder met horizontaal stellen van het maaidek
door de schuinstand te controleren; zie Schuinstand
van het maaidek (lengterichting) instellen.
39
1
2
G015324
Figuur 54
3. Borgmoer aan de zijkant,
gleufstand.
4. Inkepingen voor instelling
G015325
Figuur 55
2. 3,175 mm