Achteruit
1. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde
stand.
2. Om achteruit te rijden, kijkt u achteruit en naar
beneden terwijl u de rijhendels langzaam achteruit
trekt (Figuur 19).
Figuur 19
Om in een rechte lijn te rijden, moet u gelijke druk
uitoefenen op beide rijhendels (Figuur 19).
Om te draaien, vermindert u de druk op de
rijhendels in de richting waarin u wilt draaien.
Om te stoppen, zet u beide in de neutraalstand.
De machine stoppen
Om de machine te stoppen, moet u de rijhendels in de
neutraalstand zetten en naar buiten in de parkeerstand
duwen, de aftakas uitschakelen, de gashendel op SNEL
zetten en het contactsleuteltje op UIT draaien. Denk
erom dat u het sleuteltje uit het contact haalt.
WAARSCHUWING
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als
zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen
terwijl deze onbeheerd staat.
U moet altijd het contactsleuteltje verwijderen en
de rijhendels naar buiten in de parkeerstand zetten
wanneer u de machine onbeheerd laat, ook al is het
slechts voor een paar minuten.
De maaihoogte instellen
De maaihoogte wordt bepaald met de hendel rechts van
de bestuurdersstoel (Figuur 20).
G008953
21
2
Figuur 20
1. Maaihoogtehendel
2. Maaihoogtestanden
1. Trek de hendel omhoog en naar binnen om de
gewenste maaihoogte in te stellen.
2. Als de gewenste maaihoogte is bereikt, laat u de
hendel langzaam zakken tot de stand wordt geborgd.
De transportstand is de hoogste maaihoogstestand of
maaihoogte 115 mm (Figuur 20).
Antiscalpeerrollen afstellen
(voor maaidekken van 107 cm)
Als u de maaihoogte wijzigt, verdient het de aanbeveling
de hoogte van de antiscalpeerrollen in te stellen.
Opmerking: Stel de antiscalpeerrollen zo af dat ze de
grond niet raken op normale, vlakke maaiterreinen.
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem
in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie
verlaat.
3. Stel de antiscalpeerrollen af in een van de volgende
standen:
• Bovenste gat — gebruik deze stand als het
maaidek op een maaihoogte van 63 mm of lager
staat (Figuur 22).
• Onderste gat — gebruik deze stand als het
maaidek op een maaihoogte van 76 mm of
hoger staat (Figuur 22).
3
1
G015319
3. 115 mm, transportstand