Verplaats voor het selecteren van een zoekopdracht naar transiënten de cursor hier op met behulp van de toetsen en . De
geselecteerde zoekopdracht wordt vet gedrukt. Valideer vervolgens met de toets . Het apparaat geeft dan de transiënten weer
in de vorm van een lijst.
Ontkoppelende weg van de transiënt.
Nummer transiënt.
Naam van de zoekopdracht naar
transiënten.
Met de icoon
kan de keuze
van een weergavefilter voor de
lijst met transiënten geactiveerd of
gedeactiveerd worden.
Weergavefilter van de transiënten:
Verplaats voor het selecteren van een transiënt de cursor hier op met behulp van de toetsen en . Het geselecteerde veld wordt
vet gedrukt. Valideer vervolgens met de toets . Het apparaat geeft de transiënten weer in de vorm van curven.
Lokalisering in de registratie van de
weergegeven zone.
Verplaatsing van de cursor naar
een signaalperiode voor de datum
waarop de transiënt veroorzaakt
werd.
Verplaatsing van de cursor naar de
datum van het veroorzaken van de
transiënt.
Figuur 41 : voorbeeld van weergave van transiënten in de vorm van curven bij driefasen aansluiting met 5 draden
Opmerking: Het selectiefilter voor de weer te geven curven is dynamisch en hangt af van de gekozen aansluiting. Dit stelt
bijvoorbeeld (3U, 3A) voor, voor een driefasen montage met 3 draden.
Druk om terug te keren naar het scherm Lijst met transiënten op
5.1.3. VERWIJDEREN VAN EEN ZOEKOPDRACHT NAAR TRANSIËNTEN
Selecteer tijdens de weergave van de lijst met zoekopdrachten naar transiënten (zie figuur 39) de te wissen zoekopdracht. Verplaats
daarvoor de cursor hier op met behulp van de toetsen en . De geselecteerde zoekopdracht wordt vet gedrukt.
Druk vervolgens op de toets
Opmerking: Een zoekopdracht naar transiënten kan uitsluitend gewist worden als deze niet bezig is.
Druk voor het terugkeren naar het scherm Vergaring golfvorm op de toets
5.1.4. WISSEN VAN EEN TRANSIËNT
Selecteer tijdens de weergave van de lijst met transiënten in een zoekopdracht (zie figuur 40) de te wissen transiënt. Verplaats
daarvoor de cursor hier op met behulp van de toetsen en . De geselecteerde transiënt wordt vet gedrukt.
Druk vervolgens op de toets
Druk voor het terugkeren naar het scherm Vergaring golfvorm op de toets
transiënten in het geval van een driefasen montage met 5 draden
. Druk op om te valideren of op
. Druk op om te valideren of op
.
om te annuleren.
.
om te annuleren.
.
38
": geeft alle transiënten weer.
4V: geeft de door een evenement
ontkoppelde transiënten weer op een
van de 4 spanningswegen.
4A: geeft de door een evenement
ontkoppelde transiënten weer op een
van de 4 stroomwegen.
L1, L2 of L3 geeft de door een
evenement op een bepaalde fase
ontkoppelde transiënten weer
(spanning of stroom).
N: geeft de door een evenement
op de nulleiderstroom of -spanning
ontkoppelde transiënten weer.
Figuur 40 : het scherm Lijst met
H e r i n n e r i n g v a n h e t a a n d e
weergegeven curve toegewezen
nummer; hier is de identificatieschijf
1 vol om aan te geven dat V1 de weg
is die het vergaren van de transiënt
ontkoppeld heeft.
Selectie van de weer te geven
curven.
Momentane waarde van de signalen
volgens de positie van de cursor.
Gebruik voor het verplaatsen van de
cursor de toetsen of .