Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stroomdrempels Van De Transiëntmodus - Chauvin Arnoux C.A 8336 Gebruikershandleiding

Analysator voor driefasen elektriciteitsnetten
Inhoudsopgave

Advertenties

„ 4V of 3U: alle wegen hebben dezelfde drempelwaarde.
„ Druk op de toets  , gebruik vervolgens de toetsen ,  om de drempelwaarde in geel te markeren.
„ Druk op de toets  , gebruik vervolgens de toetsen , ,  en  om de waarde van de drempel te wijzigen. De eenheid
kan V of kV zijn.
„ 3V+VN: alle wegen hebben dezelfde drempelwaarde en de nulleider heeft een andere drempelwaarde.
Ga op dezelfde wijze te werk als wanneer er slechts één drempelwaarde is, maar herhaal de operatie twee keer.
„ V1+V2+V3+VN of U1+U2+U3: iedere weg heeft een andere te programmeren drempelwaarde.
Ga op dezelfde wijze te werk als wanneer er slechts één drempelwaarde is, maar herhaal de operatie meerdere keren.
Valideer met de toets  . Druk voor het terugkeren naar het menu Configuratie op de toets
Opmerking: De wijziging van de drempelwaarden in de transiëntmodus is niet mogelijk als het apparaat transiënten aan het zoeken is.
4.8.2. STROOMDREMPELS VAN DE TRANSIËNTMODUS
Met een tweede scherm
geconfigureerd worden (los van de door het apparaat gedetecteerde stroomsensoren).
De programmering van de drempel(s) kan voor alle of bepaalde wegen verschillen of gelijk zijn.
Druk voor het wijzigen van de stroomdrempels op de toets  .
Gebruik de navigatietoetsen (, ) om de configuratie van de drempels te kiezen.
„ 4A: alle stroomsensoren hebben dezelfde drempelwaarde.
„ Druk op de toets  , gebruik vervolgens de toetsen ,  om de drempelwaarde in geel te markeren.
„ Druk op de toets  , gebruik vervolgens de toetsen , ,  en  om de waarde van de drempel te wijzigen. De eenheid
kan A, le kA of lemA zijn.
„ 3A+AN: alle stroomsensoren hebben dezelfde drempelwaarde en degene die op de nulleider is aangesloten heeft een andere
drempelwaarde.
Ga op dezelfde wijze te werk als wanneer er slechts één drempelwaarde is, maar herhaal de operatie twee keer.
„ A1+A2+A3+AN: iedere stroomsensor heeft een andere te programmeren drempelwaarde.
Ga op dezelfde wijze te werk als wanneer er slechts één drempelwaarde is, maar herhaal de operatie meerdere keren.
Valideer met de toets  . Druk voor het terugkeren naar het menu Configuratie op de toets
Opmerking: De wijziging van de drempelwaarden in de transiëntmodus is niet mogelijk als het apparaat transiënten aan het zoeken is.
, dat weergegeven wordt door een druk op de icoon A, kunnen de drempelwaarden van de stroom
Figuur 29 : het scherm Stroomdrempels in het menu Transiëntmodus
30
.
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave