4. Toebehoren.
23
4.3 Schuifstang
De schuifstang is in de hoogte verstelbaar en
voorzien van een geïntegreerde beveiliging
A
tegen verdraaiing. Bovendien kan ze gede-
monteerd worden. Voor het instellen van de
hoogte maakt u klem (A) los en brengt de
schuifgreep op de gewenste hoogte. Om de
B
complete schuifstang te verwijderen, maakt
u klem (B) los. Zorg er bij het plaatsen voor,
dat de schuifstang tot aan de aanslag in de
opname voor de schuifgreep wordt gescho-
ven en niet kan verdraaien.
Gebruik de schuifstang alleen voor het geleiden van de driewieler! De schuif-
stang is NIET geschikt voor verplaatsen, optillen of kantelen van de driewieler!
4.4 Blokkeerrem voor begeleidende persoon
De blokkeerrem voor begeleidende personen (alleen in combinatie met de
schuifstang te gebruiken) beveiligt de drie-
wieler tegen ongewild wegrollen. De werking
van de hendel is gelijk aan die van een ge-
wone remhendel. Daarom kan de blokkeer-
D
rem ook als normale rem worden gebruikt.
C
Wanneer de rem echter geblokkeerd moet
worden, dient bij aangetrokken remhendel (C) de klauw (D) in de houder
te worden gedrukt. Door de remhendel (C) aan te trekken geeft u de blok-
keerrem vrij.
Zorg er altijd voor dat de functie en afstelling van de rem of de remblokken cor-
rect zijn (zie punt 3.2.1).
4.5 Stuur voor begeleidende persoon
Het stuur voor de begeleidende persoon (met
omkeerbare stang, incl. stuurhoekbegrenzer)
biedt de toezichthoudende persoon de mo-
gelijkheid de rijrichting van de driewieler mee
te bepalen zonder de trapbeweging van de
gebruiker te onderbreken door het verdraai-
en van het voorwiel.
Door de stuurunit wordt bij de momo driewieler.
van 12" de bodemvrijheid onder de achteras tot
ca. 6 cm verlaagd.