Aanpassen aan een andere gassoort
Draai de inspuiter met een kleine
schroevendraaier los.
Verwijder de inspuiter met een punt-
tang.
Plaats de nieuwe inspuiter (zie tabel
inspuiters) en draai deze vast.
Verzegel de inspuiters daarna met ze-
gellak, om te voorkomen dat de in-
spuiters per ongeluk worden losge-
draaid.
52
Functie controleren
Controleer alle gasleidingen op dicht-
heid (met lekzoekspray).
Zet de kookplaat weer in elkaar.
Controleer of de brander(s) correct
functioneren:Controleer het correcte
functioneren van de brander(s):
– Op de laagste stand mag de vlam
niet doven, ook niet wanneer u de
knop snel van de grote naar de kleine
vlam draait.
– Op de hoogste stand moet de vlam
een duidelijk zichtbare kern hebben.
Plak de sticker die bij de inspuiters
wordt geleverd over de oude sticker
op het toestel waarop de gassoort
staat.