•
Verminder het gewicht van de lading als u op een
helling of oneffen terrein rijdt om te voorkomen
dat het voertuig omkiept of omslaat.
•
Verminder het gewicht van de lading als het
zwaartepunt hoog is. Materialen, zoals
bakstenen, kunstmest of tuinpalen, worden hoger
opgestapeld in de bak. Hoe hoger de lading is
opgestapeld, des te groter is de kans dat het
voertuig zal omslaan. Zorg ervoor dat de lading
zo laag mogelijk is opgestapeld en dat de lading
het uitzicht naar achteren niet belemmert.
•
Zorg ervoor dat het gewicht van de lading
gelijkmatig is verdeeld over de volle breedte van
de laadbak. Als u de lading te veel aan een kant
van de laadbak plaatst, vergroot dit de kans dat
het voertuig omslaat in een bocht.
•
Zorg ervoor dat het gewicht van de lading
gelijkmatig is verdeeld over de volle lengte van
de laadbak. Als u de lading achter de achteras
plaatst, zal hierdoor minder gewicht op de
voorwielen rusten. Hierdoor kunt u de macht
over het stuur verliezen of kan het voertuig
omslaan op hellingen of oneffen terrein.
•
Wees extra voorzichtig als de lading uitsteekt
buiten de laadbak en als u een uit-middelpuntige
lading vervoert die niet kan worden gecentreerd.
Zorg ervoor dat de lading in evenwicht en goed
vastzit om te voorkomen dat deze gaat schuiven.
WAARSCHUWING
De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere
lichaamsdelen kunnen bekneld raken.
•
Houd handen en andere lichaamsdelen uit
de buurt van de bak als u deze neerlaat.
•
Let erop dat u geen materiaal op
omstanders stort.
•
Zet de lading altijd vast zodat deze niet gaat
schuiven. Als de lading niet goed vastzit of als u
een vloeistof vervoert in een grote container
zoals een sproeier, bestaat de kans dat de lading
gaat schuiven. Dit gebeurt meestal als u draait,
een helling op- of afrijdt, plotseling uw snelheid
wijzigt of als u over oneffen terrein rijdt. Als de
lading gaat schuiven, kan het voertuig omslaan.
•
Stort de lading nooit uit de bak als het voertuig
zijwaarts op een helling staat. Als gevolg van de
verandering in de gewichtverdeling kan het
voertuig omslaan.
•
Als u een zware lading in de bak vervoert, moet u
de snelheid verminderen en ervoor zorgen dat de
remweg lang genoeg is. Trap niet abrupt op het
rempedaal. Wees extra voorzichtig op hellingen.
•
Bedenk dat een zware lading de remweg verlengt
en de mogelijkheid vermindert om snel te draaien
zonder om te slaan.
•
De laadruimte is uitsluitend bestemd voor
ladingen, niet voor het vervoer van passagiers.
•
Let er op dat u het voertuig niet te zwaar belaad.
Het naamplaatje (onder het dashboard op de
middelste kolom) geeft het maximumgewicht
voor het voertuig aan. U mag de werktuigen nooit
te zwaar beladen of het maximaal toelaatbare
totaalgewicht van het voertuig overschrijden.
Onderhoud
•
Het voertuig mag uitsluitend worden onder-
houden, gerepareerd, afgesteld of geïnspecteerd
door vakbekwame en erkende technici.
•
Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan het
voertuig verricht of deze afstelt, moet u de motor
afzetten, de parkeerrem in werking stellen en het
sleuteltje uit het contact verwijderen om te
voorkomen dat iemand per ongeluk de motor start.
•
Om het voertuig in goede conditie te houden,
moet u ervoor zorgen dat alle moeren, bouten en
schroeven goed zijn vastgedraaid.
•
Om het risico van brand te verminderen, moet u
de omgeving van de motor vrij van overtollig vet,
gras, bladeren en aangekoekt vuil houden.
•
Controleer nooit met een open vuur het peil van
de brandstof of het accuzuur, of een lekkage.
•
Als de motor moet lopen om onderhouds- of
afstelwerkzaamheden uit te voeren, moet u uw
kleding, handen, voeten en andere lichaamsdelen
uit de buurt van de motor en bewegende delen
houden. Houd iedereen op afstand.
•
Gebruik geen open bakken met brandstof of
ontvlambare reinigingsvloeistoffen om
onderdelen schoon te maken.
8