Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 24
1. Aandrijfriem
2. Primaire koppeling
3. Secundaire koppeling
De aandrijfriem vervangen
1.
Laat de aandrijfriem over de secundaire
koppeling ronddraaien (Fig. 24).
2.
Verwijder de riem van de primaire koppeling
(Fig. 24).
3.
Om de riem terug te plaatsen, voert u
bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde
uit.
De riem van de dynamo van de
starter afstellen
De spanning van de riem van de dynamo van de
starter moet na de eerste gebruiksdag worden
gecontroleerd en vervolgens om de 200 bedrijfsuren.
1.
Parkeer het voertuig op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai
het contactsleuteltje op Uit en verwijder het
sleuteltje uit het contact.
2.
Draai de ankerbout van de dynamo van de starter
los (Fig. 25).
1
2
3
1. Ankerbout van de generator
2. Rijtuigschroef voor afstelling
3.
Plaats een rolkoevoet tussen de motorsteun en de
starter. Draai de moer op de rijtuigschroef voor
de afstelling los (Fig. 25).
4.
Kantel de starter in de sleuf totdat de riem
6 mm doorhangt als een kracht van 4,5 kg wordt
uitgeoefend.
5.
Draai de moer van de rijtuigschroef vast en
verwijder de rolkoevoet. Draai de ankerbout van
de dynamo van de starter vast (Fig. 25).
Toespoor voorwiel afstellen
Het toespoor van het voorwiel moet u om de 100
bedrijfsuren of jaarlijks controleren, waarbij de kortste
periode moet worden aangehouden.
1.
De afstand van de onderkant van de lip tot de
grond moet 19,7 tot 21,6 cm zijn, waarbij de
banden op een spanning van 83 kPa moeten zijn
gebracht; zie Voorwielophanging instellen.
2.
Meet ter hoogte van de assen de afstand tussen de
voorbanden (aan de voorkant en de achterkant
van de wielen) (Fig. 26). De afstand die is
gemeten bij de voorste wielen, moet gelijk zijn
aan de afstand die is gemeten bij de achterste
wielen, namelijk ±6 mm.
3.
Als deze afstand groter dan 6 mm is, moet u de
contramoeren aan beide uiteinden van de
trekstangen losdraaien (Fig. 27).
30
2
1
Figuur 25
Advertenties
Inhoudsopgave
