Olie verversen
1.
Start de motor en laat deze enkele minuten lopen
zodat de olie warm wordt.
2.
Parkeer het voertuig op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai
het contactsleuteltje op Uit en verwijder het
sleuteltje uit het contact.
3.
Haal de bak op en zet deze vast met de steun.
4.
Koppel de bougiekabels en accukabels los.
5.
Verwijder de aftapplug (Fig. 17) en laat de olie in
een opvangbak lopen. Als alle olie is afgetapt,
plaatst u de aftapplug terug en zet u deze vast
met een torsie van 17,6 Nm.
1
Figuur 17
1. Aftapplug motorolie
Opmerking: De oude olie afgeven bij een
erkende inzamelplaats.
6.
Reinig de omgeving van de peilstok en schroef
de dop los.
7.
Giet ongeveer 80 % van de gespecificeerde
hoeveelheid olie langzaam in de vulbuis en
controleer het oliepeil; zie Carteroliepeil
controleren. Giet langzaam olie bij totdat het
oliepeil de Vol-markering op de peilstok bereikt.
8.
Plaats de peilstok.
Omgeving van motorkoeling
reinigen
Reinig het roterende scherm, de koelribben en de
buitenkant van de motor om de 100 bedrijfsuren of
vaker als u het voertuig in buitengewoon stoffige en
vuile omstandigheden gebruikt.
Belangrijk
als u de motor gebruikt met een
verstopt scherm, vuile of verstopte koelribben, of
verwijderde uitlaatringen, zal dit leiden tot beschadiging
van de motor als gevolg van oververhitting.
Belangrijk
reinig de motor nooit met een hoge-
drukreiniger omdat er dan water in het brandstof-
systeem kan terechtkomen.
Onderhoud van het luchtfilter
Onderhoudsinterval/Specificatie
Controleer het luchtfilterhuis op beschadigingen die
een luchtlek zouden kunnen veroorzaken. Vervang een
beschadigd luchtfilterhuis.
Controleer of het deksel het luchtfilterhuis helemaal
afsluit.
Luchtfilterelement: Controleer het luchtfilterelement
om de 100 bedrijfsuren; vervang het om de 200
bedrijfsuren of eerder als het vuil of beschadigd is.
Opmerking: Het luchtfilter moet vaker een
onderhoudsbeurt krijgen (om de paar uren) als het
voertuig wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of
zanderige omstandigheden.
Het filterelement verwijderen
1.
Parkeer het voertuig op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking, draai
het contactsleuteltje op Uit en verwijder het
sleuteltje uit het contact.
2.
Haal de bak op en zet deze vast met de steun.
3.
Maak de sluitingen los waarmee het deksel van
het luchtfilter is bevestigd aan het luchtfilterhuis.
Verwijder het deksel van het luchtfilterhuis.
Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel
(Fig. 18).
26