•
Controleer of de stationairuitlaatdemper (indien aanwezig) op zijn plaats zit.
•
Controleer de luchtinlaat op losse slangklemmen en rubber hoezen (indien aanwezig).
OM DE 300 DRAAIUREN OF DRIE JAAR
•
Vervang de waterpompwaaier (impeller) (vaker als oververhitting optreedt of als lagere waterdruk
geconstateerd wordt).
VOORAFGAAND AAN OPSLAG
•
Raadpleeg de opslagprocedure. Zie Opslag.
Koelsysteem doorspoelen
Spoel de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor steeds met zoet water door na gebruik in zout,
vervuild of modderig water. Hierdoor wordt voorkomen dat een ophoping van afzettingen de inwendige
koelwaterkanalen verstopt.
Gebruik een Mercury Precision of Quicksilver doorspoeladapter (of gelijkwaardig product).
BELANGRIJK: Tijdens het doorspoelen moet de motor draaien om de thermostaat te openen en water door de
koelwaterkanalen te laten circuleren.
Verwijder de schroef om mogelijk letsel tijdens het doorspoelen te voorkomen. ZieSchroef vervangenhieronder.
1.
Verwijder de schroef. ZieSchroef vervangen. Installeer de doorspoeladapter zodat de rubberen cups goed
over de koelwaterinlaat passen.
2.
Sluit een waterslang aan op de doorspoeladapter. Open de kraan en stel de waterstroom bij zodat er water
rondom de rubberen cups blijft lekken, om te verzekeren dat de motor voldoende koelwater ontvangt.
3.
Start de motor en laat hem in neutraal stationair draaien.
BELANGRIJK: Laat tijdens het doorspoelen de motor niet sneller dan met stationair toerental lopen.
4.
Stel de waterstroom (zo nodig) bij zodat overtollig water rondom de rubberen cups blijft weglekken om er
zeker van te zijn dat de motor voldoende koelwater ontvangt.
ONDERHOUD
1.
WAARSCHUWING
!
ob00569
ob00570
57