KENMERKEN EN BEDIENINGSORGANEN
1.
Schakel de opklapgeleidehendel in door de hendel omlaag te draaien.
2.
Laat de buitenboordmotor zakken tot hij op de opklapgeleidehendel rust.
3.
Schakel de opklapgeleidehendel uit door de buitenboordmotor van de geleidehendel af omhoog te brengen
en de knop omhoog te klappen. Laat de buitenboordmotor zakken.
a -
opklapgeleidehendel
a
b
4650
b -
knop
40
4676
4678