10 Service
6
De resterende vier schroeven op de achterkant van het instrument
verwijderen.
7
Achterkant van het instrument naar
boven toe optillen.
Montage
Voor de montage in omgekeerde volgorde te werk gaan. Daarbij
rekening houden met het volgende:
- Slangen en leidingen in de daarvoor bedoelde geleiders leggen.
- Let erop dat slangen en leidingen niet worden ingeklemd.
10.7 Sensoren vervangen
Op insteekplaatsen waarin geen meetcel is gestoken, moet een brug
(0192 1552) zijn ingestoken. Verbruikte meetcellen moeten als klein
chemisch afval worden verwijderd!
Beschikbare steekplaatsen:
1 CO-sensor of COlow-sensor
2 NO-sensor of NOlow-sensor
Bij monteren van extra sensoren moet de bijhorende meetgrootheid / -
eenheid in de meetwaarde-indicatie geactiveerd worden.
70
3 O2-sensor