04 Interieur
Voorstoelen
geblokkeerd. Als dit het geval is, moet u het
contact uitschakelen en enige tijd wachten
voordat u de stoel opnieuw probeert te ver-
stellen. U kunt slechts één verstelfunctie van
de stoel tegelijk activeren.
Geheugenfunctie
04
Knoppen voor geheugenfunctie.
Instelling vastleggen
1. Verstel de stoel.
2. Houd knop M ingedrukt, terwijl u knop 1,
2 of 3 indrukt.
Stoel in vastgelegde stand zetten
Druk op een van de geheugenknoppen 1–3,
totdat de stoel tot stilstand komt. Bij het losla-
106
ten van de knop zal de instelling van de stoel
onmiddellijk worden beëindigd.
Noodstop
Als de stoel per ongeluk in beweging komt,
kunt u op een willekeurige knop drukken om de
stoel tot stilstand te brengen.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar! Laat kinderen niet met
de schakelaars spelen.
Zorg dat er geen voorwerpen voor, achter of
onder de stoel liggen tijdens het verstellen.
Zorg er tevens voor dat geen van de ach-
terpassagiers bekneld kan raken.
Geheugenfunctie van
transpondersleutel
De stand van de bestuurdersstoel wordt vast-
gelegd in het geheugen van de transponder-
sleutel waarmee u de auto vergrendelt. Een
volgende keer dat de auto met dezelfde trans-
pondersleutel wordt ontgrendeld en het
bestuurdersportier wordt geopend, neemt de
bestuurdersstoel de vastgelegde stand in.
N.B.
Het geheugen van de transpondersleutel
werkt onafhankelijk van het geheugen van
de stoel.