EEN BENZINEMOTOR
STARTEN
N.B.: U kunt de startmotor per
startpoging slechts maximaal 30
seconden inschakelen.
Koude of warme motor
LET OP
Zet, wanneer de temperatuur
lager dan -20ºC is, het contact
minimaal één seconde aan voordat
u de motor start. Hierdoor zorgt u
ervoor dat de maximale benzinedruk
is bereikt voordat de motor wordt
gestart.
Druk het koppelingspedaal volledig
en en schakel de startmotor in
zonder het gaspedaal in te drukken.
Wacht even wanneer de motor niet
binnen 15 seconden aanslaat en
probeer het nogmaals.
Wanneer de motor na drie
startpogingen nog niet is
aangeslagen, wacht dan tien
seconden en ga te werk zoals is
beschreven onder Verzopen
motor.
Wanneer het starten problemen
oplevert bij temperaturen onder
-25ºC, druk dan het gaspedaal ¼ tot
½ van de gaspedaalweg in en
probeer het opnieuw.
Verzopen motor
Druk het gaspedaal volledig in.
De motor starten
88
Druk het gaspedaal langzaam
volledig in, houd het in deze stand
en start de motor.
Slaat de motor niet aan, herhaal dan
de startprocedure zoals beschreven
onder Koude of warme motor.
EEN DIESELMOTOR
STARTEN
N.B.: U kunt de startmotor per
startpoging slechts maximaal 30
seconden inschakelen.
Koude of warme motor
N.B.: Druk het gaspedaal niet in.
Druk het gaspedaal volledig in.
Zet het contact aan en
wacht tot de controlelamp
van het voorgloeisysteem
uitgaat.
N.B.: Wanneer de temperatuur lager
is dan -15ºC, mag u de startmotor 25
seconden achtereen inschakelen.
Wanneer de auto frequent wordt
gebruikt bij dergelijk lage
temperaturen raden wij aan een
verwarmingselelement in het
motorblok te laten monteren.
N.B.: Schakel de startmotor in tot
de motor aanslaat.
Start de motor.
Herhaal de complete startprocedure
wanneer de motor afslaat.