Bescherming van inzittenden
Veiligheidsgordels
WAARSCHUWINGEN
Draag een veiligheidsgordel en
houd voldoende afstand tussen
uzelf en het stuurwiel. Alleen wanneer
u de veiligheidsgordel op de juiste
wijze draagt, kan deze u op uw plaats
houden en zijn maximale
bescherming bieden. Zie De juiste
zitpositie innemen (bladzijde 78).
Gebruik de veiligheidsgordel
voor één persoon.
Gebruik voor iedere stoel het
juiste gordelslot.
Zorg ervoor dat de
veiligheidsgordel niet slap of
gedraaid zit.
Draag geen dikke kleding. De
veiligheidsgordels bieden
optimale bescherming wanneer ze
nauwsluitend worden gedragen.
Leg de schoudergordel over het
midden van de schouder en leg
de heupgordel strak over uw heupen.
De gordelspanners hebben een
lagere activeringsdrempel dan de
airbags. Bij lichte aanrijdingen is het
mogelijk dat alleen de gordelspanner
in werking treedt.
VEILIGHEIDSGORDELS
VASTMAKEN
E68584
E68585
18