5.1.5
Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen
Onvakkundig gelegde lasstroomleidingen kunnen storingen (flakkeren) van de vlamboog
veroorzaken!
Werkstukleiding en slangpakket van lasstroombronnen zonder HF-ontstekingsinrichting
(MIG/MAG) zo lang mogelijk, naast elkaar liggend, parallel leggen.
Werkstukleiding en slangpakket van lasstroombronnen met HF-ontstekingsinrichting (TIG) lang
parallel leggen met een onderlinge afstand van ong. 20 cm om HF-overslag te vermijden.
Over het algemeen moet een minimale afstand van ong. 20 cm of meer worden aangehouden ten
opzichte van leidingen van andere lasstroombronnen om wederzijdse invloeden te vermijden.
Kabellengtes in principe niet langer dan nodig is! Voor optimale lasresultaten max. 30 m.
(werkstukleiding + tussenslangpakket + toortskabel).
Voor elk lasapparaat een eigen werkstukleiding voor het werkstuk gebruiken!
Lasstroomleidingen, lastoorts- en tussenslangpakketten volledig afrollen. Lussen vermijden!
Kabellengtes in principe niet langer dan nodig is!
Overtollige kabellengtes in bochten leggen.
099-005547-EW505
26.10.2017
Afbeelding 5-2
Afbeelding 5-3
Afbeelding 5-4
Opbouw en functie
Transport en installatie
21