N.B.: Bedenk dat een
bandenreparatieset slechts voor
tijdelijke mobiliteit zorgt. Voorschriften
aangaande bandreparatie na gebruik
van de bandenreparatieset kunnen
per land verschillen. Raadpleeg een
bandenspecialist voor advies.
WAARSCHUWING
Voordat u wegrijdt moet de
band de voorgeschreven
bandenspanning hebben. Zie
Technische specificatie
(bladzijde 143). Controleer
voortdurend de bandenspanning tot
de band is vervangen.
Lege flessen afdichtmiddel mogen
samen met het huishoudelijk afval
worden afgevoerd. Breng resten
afdichtmiddel naar uw dealer of voer
ze af volgens de lokale richtlijnen.
VERZORGING VAN
BANDEN
E70415
Velgen en banden
142
Zorg voor een langere levensduur
ervoor dat de banden van de voor-
en achterwielen gelijkmatig slijten. Wij
raden aan dat de voor- en
achterwielen met regelmatige
intervallen tussen 5.000 en 10.000
km te wisselen.
LET OP
Laat tijdens het parkeren de
bandwangen niet langs
trottoirbanden schuren.
Als u een stoeprand moet oprijden,
doe het dan zo langzaam mogelijk
en rijd zo mogelijk haaks met de
wielen het trottoir op.
Controleer regelmatig de banden op
scheuren, vreemde voorwerpen of
onregelmatige slijtage van het
loopvlak. Ongelijkmatige slijtage
betekent dat de wieluitlijning niet
meer aan de specificaties voldoet.
Controleer iedere twee weken de
bandenspanning (inclusief het
reservewiel) wanneer de banden
koud zijn.
GEBRUIK VAN
WINTERBANDEN
LET OP
Controleer of u de velgen met de
winterbanden met het correcte
type wielmoeren hebt bevestigd.