6.9
Procedure van Backup / Restore
Na de "Startprocedure" moet een backup uitgevoerd worden
om een kopie te maken van de gegevens die zijn opgeslagen zijn
in REC, in het paneel van het display RDI 21.
Op deze manier kunnen de gegevens gebruikt worden voor de
programmering van een nieuw REC of om terug te keren naar de
instellingen die zijn opgeslagen in hetzelfde REC.
6.9.1
Backup
Ga als volgt te werk om de backupprocedure uit te voeren:
ga naar het Niveau Parameters volgens de Toegangsproce-
dure met wachtwoord.
Het display geeft de groep parameters 400 weer.
P
Met de toets "-":
Selecteer de groep parameters 000:
P
De parameter 000 knippert, bevestig met de toets "i/reset":
Het display toont de knipperende parameter 050:
P
bevestig met de toets "i/reset":
Op het display verschijnt de parameter bAC_UP:
P
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
V
h
min
s
%
h min s
%
/reset
h min s
%
/reset
V
h min s
%
Er wordt aanbevolen om deze procedure na elke
werkzaamheid uit te voeren die de instellingen op
de nok wijzigt.
OPGELET
Op deze manier kan een restore op een nieuwe
nok (geleverd als reserveonderdeel) gemakkelijk
uitgevoerd worden zonder dat het systeem op-
nieuw geprogrammeerd moet worden.
bevestig met de toets "i/reset":
Het display geeft de volgende waarde weer:
P
Gebruik de knop "+":
De waarde wordt ingesteld op 1. De waarde 1 knippert:
P
bevestig met de toets "i/reset" om het backup proces te starten.
Op het display verschijnt de waarde 1:
P
Na ongeveer 5 seconden (afhankelijk van de duur van het pro-
gramma) verschijnt de waarde 0 op het display, die aangeeft dat
het backupproces correct werd voltooid.
P
39
NL
/reset
V
h min s
%
V
h min s
/reset
h min s
V
%
V
h min s
%
20160900